e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q204a plaats=Mechelen

Overzicht

Gevonden: 4069
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doopjurkje doopkleed: doupkleid (Mechelen), doopkleedje: doopkledje (Mechelen), doopmantel: doupmantel (Mechelen) doopjurkje [deumhemke] [N 25 (1964)] III-2-2
doopmutsje doopkapje: doupképke (Mechelen), doopmutsje: doopmutschke (Mechelen) doopmutsje [N 25 (1964)] III-2-2
doopvont doopsteen: deupsjtee (Mechelen) doopvont [SGV (1914)] III-3-3
door elkaar, verward dooreen: dŭrgee (Mechelen) dooreen [SGV (1914)] III-4-4
door water het lopen met schoeisel aan platsen: platsje (Mechelen) lopen: met schoenen of klompen door het water lopen [daawele, dabbere, bettere] [N 10 (1961)] III-1-2
doordeweekse (werk)schort blauwe scholk: blao scholk (Mechelen), werkschortel: wèrrek sjöttel (Mechelen) schort, blauwlinnen (werk) ~ voor door de week [N 24 (1964)] III-1-3
doordeweekse kleren werkeldaagse kleren: werkeldagseklééjer (Mechelen), wèrkeldaagse klèjer (Mechelen) door-de-weekse kleren [t s werkendagse dinge, werkdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
doordraaiende scharnier bommerscharnier: bumǝlšarnēr (Mechelen) Scharnier voor deuren die naar beide zijden opendraaien. 'Bommer' in het woordtype 'bommerscharnier' is een merknaam. [N 54, 89; N 55, 33a] II-9
doormalen afmalen: āfmālǝ (Mechelen) Alles wat er te malen is, afmalen. [N O, 36f] II-3
doorn, stekel doorn: doawn (Mechelen), doorn (mv.): deuwn (Mechelen) doorn [SGV (1914)] || doorns [SGV (1914)] III-4-3