19540 |
berkenbezem |
berkenbezem:
birkebessem (Q204a Mechelen),
rijzerbezem:
rīēserbéssem (Q204a Mechelen)
|
bezem gemaakt van berketwijgjes (rijsbezem, berkenbezem, berkenboender) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
18060 |
beroerte |
beslag:
e besjlaag (Q204a Mechelen)
|
Een plotselinge stoornis in de bloedsomloop, in de hersenen waarbij spraakstoornissen en verlammingsverschijnselen kunnen optreden? [DC 60 (1985)]
III-1-2
|
26051 |
berrie |
gestelbomen:
gǝštɛlbø̄m (Q204a Mechelen),
karboom:
(mv)
kārbø̄m (Q204a Mechelen)
|
Elk van de twee bomen van de hoog- en stortkar waartussen het paard gespannen werd. De berries van de hoogkar verschillen essentieel van die van de stortkar: bij de eerste lopen de berries onder de hele bak door en maken ze er deel van uit (de zijwanden worden erop vastgezet), terwijl bij de tweede de berries tot halverwege de bak lopen en een aparte constructie vormen waarop de bak rust. Hierdoor kan de bak van de stortkar kippen, terwijl de berries op hun plaats blijven. Wanneer de bak van de hoogkar echter gekipt moet worden, gaat het hele voorstel van de kar omhoog. [N 17, 16 + 50b; N G, 54b + 64b; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2c; L 32, 63; L 34, 10; A 27, 20; Lu 5, 20]
I-13
|
20416 |
beschuit met muisjes |
beschuit met muizenkeutelen:
Syst. WBD
besjūūt mèt mōēsekeutelen (Q204a Mechelen, ...
Q204a Mechelen),
muisjesbeschuit:
muskesbesjuut (Q204a Mechelen, ...
Q204a Mechelen)
|
Beschuiten met muisjes [N 16 (1962)]
III-2-2, III-2-3
|
20711 |
beschuitbol |
beschuitbol:
beschuutböl (Q204a Mechelen),
fonsen:
Syst. WBD
fonsen (Q204a Mechelen)
|
Beschuitbollen, éénmaal gebakken en niet doorgesneden (bestelle?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20629 |
beschuitpap |
beschuitenpap:
beschuttepap (Q204a Mechelen),
beschuutepap (Q204a Mechelen),
schuitenpap:
Syst. WBD
sjūūtepap (Q204a Mechelen)
|
Melk met beschuiten (beschuitepap, luiwijvenpap, romme met bestelle?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
33166 |
besjes aan de aardappelplant |
zaadbollen:
zǭdbø̜l (Q204a Mechelen)
|
De besachtige groene vruchten die zich uit de bloemen van de aardappelplant ontwikkelen. Vroeger, voordat men pootaardappelen selecteerde uit de eigen oogst, werd uit deze vruchtjes van de plant pootzaad gewonnen. Het lemma bevat alleen meervouden. Bij goesbollen wordt door de zegslieden opgegeven dat ...kinderen deze bollen aan een lange twijg (steken) en dan de bollen zo ver mogelijk weggooien of zwiepen; goezen is "zwiepen". Warnant (1949, 175) vermeldt dit spel ook voor Waals Haspengouw. Het regelmatige voorvoegsel aardappel- of patatte- is hier weggelaten; zie het lemma Aardappel. Zie voor de fonetische documentatie van de varianten voor aardappel, ook datzelfde lemma Aardappel. [N 12, 7; L 32, 14; monogr.; add. uit JG 1b]
I-5
|
31705 |
beslagbijl |
beslagbeitel:
bǝšlāx˱bētǝl (Q204a Mechelen)
|
Korte, brede bijl met een vouw, waarvan het huis niet in het midden van het vlak van de bijl ligt, maar enigszins zijdelings, zodat een van de twee zijden van het blad geheel plat is. Met de beslagbijl kan men zuiver in de lengterichting langs een boomstam slaan. Zie ook afb. 5. De beslagbijl wordt door verschillende houtbewerkende beroepen gebruikt. De houtzager gebruikt hem bijvoorbeeld om stammen vierkant te hakken en de wagenmaker om uit ruw hout bestaande onderdelen als spaken, rongen en naven hun eerste vorm te geven. [N 50, 18a; N 75, 114e; N G, 41; N G, 42a, add.; N 53, 89a, add.; monogr.]
II-12
|
25105 |
bestendig weer |
vast (weer):
vas waer (Q204a Mechelen),
vas wéér (Q204a Mechelen)
|
bestendig weer [vaste lucht] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
33607 |
besvrucht, algemeen |
aalber:
komt alleen niet voor, wel elber, wolber, miemeling
elber (Q204a Mechelen),
miemeling:
komt alleen niet voor, wel elber, wolber, miemeling
miemeling (Q204a Mechelen),
wolber:
komt alleen niet voor, wel elber, wolber, miemeling
wolber (Q204a Mechelen, ...
Q204a Mechelen)
|
bes [SGV (1914)]
I-7
|