25408 |
oorkernen verwijderen |
oren uitsteken:
ūrǝ ūtštēkǝ (Q204a Mechelen),
schelpen uitsnijden:
schelpen uitsnijden (Q204a Mechelen)
|
Met een scherp gepunt mes wordt het inwendige van het oor uitgesneden. [N 28, 69]
II-1
|
17615 |
oorlel |
lel:
lèl (Q204a Mechelen),
oorlel:
oewrlel (Q204a Mechelen),
ŏĕrlèl (Q204a Mechelen)
|
oorlel [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
24868 |
oot |
vlughaver:
-
flokhavver (Q204a Mechelen)
|
oot [wilde haver] [DC 30 (1958)]
III-4-3
|
33293 |
oot, wilde haver |
vlughaver:
vlokhāvǝr (Q204a Mechelen)
|
Avena fatua L. Een vrij algemeen voorkomend lastig onkruid op bouwland, in korenvelden en wegbermen, dat er haverachtig uitziet met een wijde, pluimvormige aar. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 60 tot 120 cm. Vergelijk lemma Evene in WLD.I, afl. 4. [A 30, 2; A 60A, 81; L 49, 2; monogr.; add. uit JG 1a, 1b]
I-5
|
25358 |
op de borrel gaan |
schetsen:
šɛtsǝ (Q204a Mechelen)
|
Voordat een varken geslacht wordt, komen de buren het prijzen in de hoop op een borrel te worden getrakteerd. Ook komt het voor dat dit gebeurt, als het varken gedood is. Soms blijven de inspanningen die men zich voor de borrel moet getroosten beperkt tot wat prijzende woorden, soms helpt men even mee het varken op de grond te trekken of het dier vast te houden, zodat de slachter het de keel kan doorsnijden. [N 28, 4]
II-1
|
17935 |
op de loop gaan |
op de loop gaan:
op der leup gang (Q204a Mechelen),
op der leup goaw (Q204a Mechelen)
|
lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] || op de loop gaan [SGV (1914)]
III-1-2
|
21692 |
op de markt verkopen |
markten:
maate (Q204a Mechelen),
naar de markt gaan:
mit de waar nog gene máát (Q204a Mechelen),
verkopen:
verkoupe (Q204a Mechelen)
|
verkopen, goederen op de markt gaan ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
17965 |
op de schouder nemen, dragen |
hakkelpak dragen:
hakkelpak dragen (Q204a Mechelen)
|
rug: bovendeel van de rug [mars, hot] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
17966 |
op de schouder zitten |
hoepelen:
wèlt ger mich ins hoepele (Q204a Mechelen)
|
rug: bovendeel van de rug [mars, hot] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
17949 |
op de tenen lopen |
op de tenen lopen:
op de tîêne loope (Q204a Mechelen),
open tiejene loope (Q204a Mechelen)
|
lopen: op zijn tenen lopen [op zn vurvoete] [N 10 (1961)]
III-1-2
|