18712 |
regenpijpen |
regenpijpen:
rèjnpiepe (Q204a Mechelen),
réénpiepe (Q204a Mechelen)
|
regenbroek die uit twee delen bestaat [piepe, reegenpiepe] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
25180 |
regenwolkje |
de zon gaat in het broek slapen:
de zon geet iggen brook schlaope (Q204a Mechelen)
|
regen-voorspellend wolkje bij ondergaande zon [watermenneke] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
24308 |
regenworm |
piering:
peereng (Q204a Mechelen),
piring (Q204a Mechelen),
pirring (Q204a Mechelen, ...
Q204a Mechelen),
WLD (? = lang)
pèrring (Q204a Mechelen),
regenworm:
rëënwörm (Q204a Mechelen),
worm:
WLD
wörrem (Q204a Mechelen)
|
pier [SGV (1914)] || pier, aardworm [SGV (1914)] || regenworm [DC 40 (1965)] || regenworm, aardwom, bekende paarskleurige worm die bij spitten en ploeten of bij regen voor de dag komt [pier, pieroas, piering, pierewörm, dauwworm] [N 26 (1964)] || worm in het algemeen [pier, piering, pierik] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
31836 |
reien, vlakschaven |
vlakken:
vlakǝ (Q204a Mechelen)
|
Hout vlakschaven met de reischaaf. [N 53, 93; N 53, 102; N 53, 107]
II-12
|
17904 |
reiken naar |
reiken naar:
no get rikke (Q204a Mechelen),
rekke (Q204a Mechelen),
rèjke (Q204a Mechelen)
|
grijpen naar iets [naar iets raome] [N 10a (1961)] || reiken, met de handen naar iets reiken [iest beraome] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
31835 |
reischaaf |
reischaaf:
rējšāf (Q204a Mechelen),
ręjšāf (Q204a Mechelen)
|
Zware, lange schaaf met dubbele beitel, waarmee reeds grof bewerkt hout zuiver glad en recht wordt geschaafd. Het schaafblok van een reischaaf is ongeveer 70 tot 80 cm lang, 7 cm breed en 7 cm hoog. Zie ook afb. 36. De reischaaf wordt door verschillende houtbewerkers gebruikt. De kuiper schaaft er bijvoorbeeld de bovenkant van de duigen van een vat mee glad. [N 53, 61; N E, 35a; N G, 35b; monogr.]
II-12
|
21201 |
reiskoffer |
koffer:
kôffer (Q204a Mechelen),
Karte 365.
koffer (Q204a Mechelen)
|
koffer [SGV (1914)] || Reisekoffer
III-3-1
|
21378 |
rekening |
rekening:
⁄n rèkening (sjikke) (Q204a Mechelen)
|
rekening [een ~ sturen] [SGV (1914)]
III-3-1
|
34616 |
rem van de wagen |
mechaniek:
nikǝnik (Q204a Mechelen)
|
De rem komt vrijwel alleen voor bij de wagen. Er bestaan verschillende systemen. Essentieel hierbij is echter dat steeds een remblok tegen de rond de velg van het wiel bevestigde metalen band kan schuren. De informant van Q 099q vermeldt het volgende: "Vroeger werd de rem door middel van een zwengel aangedraaid. Thans wordt de rem in werking gesteld door een ijzeren hefboom. Deze ijzeren staaf heeft aan het losse uiteinde een ketting, die vastgemaakt wordt aan een haak, welke zich bevindt aan de zijkant van de karbak. Het is dus een vereenvoudiging, de zwengel is vervangen door een hefboom.". De respondent van P 48 omschrijft de wagenrem als een "blok met ketting aan as om te remmen. [N 17, 40 + 44j + 49 + 50b + 99 + add; JG 1b; JG 1c; JG 1d; JG 2c; monogr.]
I-13
|
21358 |
rente |
cijnzen:
vgl. Du. Zins (meestel mv.).
sinze (Q204a Mechelen),
interest:
interes (Q204a Mechelen),
intres (Q204a Mechelen),
intrest (Q204a Mechelen),
intrès (Q204a Mechelen)
|
rente [SGV (1914)] || Rente [intrest?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|