33775 |
vlekje op de neus |
snep:
snep (Q204a Mechelen)
|
Witte aftekening tussen neusvleugels en bovenlip. [N 8, 27c]
I-9
|
34348 |
vlekziekte |
brand:
brant (Q204a Mechelen),
schurft:
šø̜rǝf (Q204a Mechelen),
uitslag:
ūtšlāx (Q204a Mechelen),
vlekkenvuur:
vlɛkǝvȳr (Q204a Mechelen)
|
Vlekziekte wordt veroorzaakt door een bacterie. De ziekte gaat gepaard met hoge koorts; op de huid tekenen zich rode en soms donkerblauwe vierkante of ruitvormige vlekken af (WBD I.6, blz. 854). [N 19, 27a; N 19, 27b; N 52, 19; N 76, 57; A 48a, 32; monogr.]
I-12
|
33141 |
vleugels in de wanmolen |
vleugelen:
vlø̜̄gǝlǝ (Q204a Mechelen)
|
De schuingeplaatste plankjes die op een as zijn gemonteerd die wordt aangedreven, waardoor er een windstroom ontstaat, in de wanmolen. [N 14, 45b; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-4
|
33986 |
vliegennet |
vliegennet:
vlēgǝnęt (Q204a Mechelen)
|
Fijnmazig net dat over een ingespannen paard wordt gehangen om het tegen vliegen te beschermen. [JG 1a, 1b, 2a, 2b; N 13, 82a]
I-10
|
22375 |
vlieger |
windvogel:
winkvoagel (Q204a Mechelen)
|
vlieger (speeltuig) [SGV (1914)]
III-3-2
|
24392 |
vlinder |
pepel:
piejpel (Q204a Mechelen, ...
Q204a Mechelen,
Q204a Mechelen)
|
vlinder [GV Gr (1935)], [SGV (1914)], [ZND 18G (1935)]
III-4-2
|
18701 |
vlinderdasje |
nondejuke:
nondétjuuke (Q204a Mechelen),
strikje:
schtrikske (Q204a Mechelen)
|
vlinderstropdas [nondejuuke, striekske] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24396 |
vlo (enk.) |
vlo:
vloe-ö (Q204a Mechelen),
vlōē (Q204a Mechelen),
WLD
vlōē (Q204a Mechelen, ...
Q204a Mechelen)
|
mensenvlo [N 26 (1964)] || vlo (znw enk) [foekket, zjwarte riejer] [N 26 (1964)] || vloo [SGV (1914)]
III-4-2
|
24395 |
vlo (mv., fon.) |
vloe:
WLD
vlūū (Q204a Mechelen),
vluui:
vlüj (Q204a Mechelen),
vluuien:
vluuje (Q204a Mechelen)
|
vlo (znw mv) [N 26 (1964)] || vlooien [SGV (1914)]
III-4-2
|
21395 |
vloeken |
vloeken:
vlooke (Q204a Mechelen)
|
vloeken [SGV (1914)]
III-3-1
|