e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mechelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wijdbeens lopen frans lopen: er löp frans (Mechelen) lopen: met de benen ver uiteen lopen [kooje, met een wijde kooi loope] [N 10 (1961)] III-1-2
wijde regenmantel zonder mouwen caban (fr.): kabao (Mechelen), kabouw (Mechelen) regenmantel, wijde ~ zonder mouwen [keep] [N 23 (1964)] III-1-3
wijden wijden: weeje (Mechelen) wijden [SGV (1914)] III-3-3
wijn wijn: wien (Mechelen) wijn [SGV (1914)] III-2-3
wijnazijn wijn-essig: wienessig (Mechelen) wijnazijn [SGV (1914)] III-2-3
wijnstok, wingerd wijndruivenstruik: wiendroevesjtroek (Mechelen, ... ) [SGV (1914)]wingerd [SGV (1914)] I-7
wijsvinger wijsvinger: wiesvinger (Mechelen, ... ), wīēsvinger (Mechelen) wijsvinger [N 10 (1961)] III-1-1
wild brul: bryl (Mechelen), wild: welt (Mechelen) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de stier. [N 3A, 17] I-11
wilde eend wilde eend: wil ent (Mechelen) eend: wilde eend (58 overal bekend; groene kop en nek; bruine borst [N 09 (1961)] III-4-1
wilde gans gans: gōs (Mechelen), wilde gans: ing wil goas (Mechelen) gans: grauwe gans (± 80 net een tamme gans zonder wit; oranje bek; roep gelijk tamme gans [N 09 (1961)] || wilde [v] [een ~ gans] [SGV (1914)] III-4-1