e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mechelen

Overzicht

Gevonden: 4070
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zoolbeslag klompenlap: klōmpǝlap (Mechelen) Stuk leer, rubber of hout dat onder de zool van de klomp wordt aangebracht. [N 24, 71; monogr.] II-12
zoom zoom: zōm (Mechelen) De omgeslagen en vastgenaaide rand aan een stuk weefsel of een kledingstuk. Volgens Het Beste Naaiboek (pag. 290) zijn er drie soorten zomen: de omgeslagen zoom, de valse zoom en de apart aangezette zoom. Zie afb. 38. [N 62, 14a; L 8, 126; Gi 1.IV, 15; MW; S 46; monogr.] II-7
zoom in de huif schuif: šȳf (Mechelen) Open zoom in de huif, waardoor een koord loopt waarmee men de huif kan vastsjorren. [N 17, 75] I-13
zoon zoon: zoon (Mechelen) zoon [SGV (1914)] III-2-2
zout zout: zaot (Mechelen) zout [DC 03 (1934)] III-2-3
zuchten zuchten: zêûte (Mechelen), moeilijk leesbaar, het kan ook zeujete zijn  zùùjete (Mechelen) zuchten [snokke] [N 10 (1961)] III-1-4
zuigen zuigen: zoege (Mechelen, ... ), zoegge (Mechelen), zuige (Mechelen) limonade door een rietje zuigen [DC 35 (1963)] || zuigen [DC 38 (1964)] || zuigen [suuke, snekke] [N 10 (1961)] III-2-3
zuinig zuinig: zünig (Mechelen) zuinig [SGV (1914)] III-3-1
zuiveren zich rein maken: zich rein maken (Mechelen), zich schoon maken: zich schoon maken (Mechelen) Afscheiding blijven geven na het kalven, gezegd van de koe. [N 3A, 58] I-11
zure oprisping zuurbranden, het -: zoer brenne (Mechelen), zoerbrenne (Mechelen, ... ), zoerbrénne (Mechelen), zuurbrenne (Mechelen) oprisping hebben gepaard gaande met een zure smaak in de mond [opzuure] [N 10 (1961)] || oprisping, een zure oprisping [de vuilen opbot, zooj, zuur] [N 10a (1961)] III-1-2