e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Mechelen

Overzicht

Gevonden: 4070
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
deksel deksel: diksel (Mechelen) deksel [SGV (1914)] III-2-1
dempig dempig: dɛmpex (Mechelen) Gezegd van runderen of paarden met dempigheid, een bemoeilijking van de ademhaling; bij runderen is het vaak een naziekte van het mond- en klauwzeer. Het paard vertoont een versnelde ademhaling, gepaard met een temperatuursverhoging en hoesten. Dempigheid of kortademigheid is niet chronisch, in tegenstelling tot ''cornage'' (7.38). [JG 1b; A 48A, 38a; L 1, a-m; L 23, 1a en 1b; N 8, 87, 88 en 89a; N 52, 24; S 6] I-9
denken denken: dinke (Mechelen, ... ) denken [SGV (1914)] || denken: Je moet er nog maar eens over - [DC 35 (1963)] III-1-4
dennenappel weermannetje: wäärmentje (Mechelen) dennenappel [SGV (1914)] III-4-3
dennennaalden dennennaalden: [verkortingsboogje boven de ö  dennenöld (Mechelen) dennennaald [SGV (1914)] III-4-3
dennenwortel pielwortel: peel wottele (Mechelen), wortel: wôôtel (Mechelen) penvormige wortel van een denneboom [N 27 (1965)] III-4-3
derde grasoogst ø̜ø̜(ww)ø̜ø̜: āfwęi̯ǝ (Mechelen) Het gras dat in de derde beurt wordt afgegraasd; vaak vindt men dezelfde naam als de derde hooioogst, die immers ook vaak wordt afgegraasd. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 129c] I-3
derde hooioogst derde snid: dritǝ šnīt (Mechelen) Uitdrukkelijk gevraagd naar de derde hooioogst, gaven sommige informanten de volgende antwoorden; vaak werd deze derde oogst echter niet meer gemaaid maar door de koeien of schapen afgegraasd. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf. [N 14, 128d] I-3
deugniet ondeugender, een -: ôndägender (Mechelen) deugniet [SGV (1914)] III-1-4
deuk in een hoed bluts: blutsj (Mechelen), gleuf: gleuf (Mechelen) deuk in een hoed [dömpel] [N 25 (1964)] III-1-3