e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meerlo

Overzicht

Gevonden: 4060

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
(blijven) plakken (blijven) plekken: plekke (Meerlo) lang in een café blijven zitten of lang bij iemand op bezoek blijven [plakken] [N 87 (1981)] III-3-1
(geen) waarde (geen) waarde: dat het gen wèrde (Meerlo) waarde (dat heeft geen ~) [SGV (1914)] III-3-1
(iets) bevinden vinden: viende (Meerlo) vaststellen als resultaat van een waarneming of onderzoek [bevinden, keuren] [N 85 (1981)] III-1-4
(overige) kaartspelen langste leven: kinderkaartspel  langsteleve (Meerlo) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
<naam> <naam>: besteke = geschenk geven aan iemand voor het feest  namsdag viere (Meerlo, ... ), znw. ml. (z. verjaorsdaag).  vernamsdaag (Meerlo), pot: pot (Meerlo) De voornaamste plaats in bepaalde spelen [heek]. [N 88 (1982)] || Feest vieren op de dag gewijd aan de heilige wiens naam men draagt [besteken]. [N 88 (1982)] || Naamdag. III-3-2
[falie] falie: faliej (Meerlo), (z. fip(per)). p. 109: fip(per), Uitdr. Tusse de fip(per) en de falie: tussen twee moeilijkheden, tussen hangen en wurgen. [-&gt; fip(per) gn. syn. v. falie, rk]  falie (Meerlo) [falie?] || falie [SGV (1914)] III-1-3
aaks aaks: aks (Meerlo) Zware bijl met lange steel die wordt gebruikt om bomen te vellen. [N 50, 10b; N 75, 114d; L 32, 46; monogr.] II-12
aalbes, struik miemerstruik: aalbessenstruik  mie:merstroek (Meerlo) bessenstruik I-7
aalmoes aalmoes: aalmoes (Meerlo), ālmoess (Meerlo) aalmoes [SGV (1914)] || de gift aan een arm persoon [aalmoes, arremoes, karitaat] [N 89 (1982)] III-3-1
aam, maat van 150 l. aam: oam (Meerlo), oude vochtmaat van ongeveer 1 1/2 hl.  āōm (Meerlo) aam (maat) [SGV (1914)] || aam, oude vochtmaat III-4-4