e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L217p plaats=Meerlo

Overzicht

Gevonden: 4060
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gevoelig (zijn) gevoelig: gevŭŭlig (Meerlo, ... ) gevoelig [SGV (1914)] || Gevoelig: vatbaar voor, reagerend op gewaarwordingen bijv. pijn (gevoelig). [N 84 (1981)] III-1-1
gevoelloos (zijn) dood: doeëd werre (Meerlo), niet gevoelig: nie gevŭŭlig (Meerlo) Gevoelloos: geen gevoel hebben, geen pijn voelen (dood, gevoelloos). [N 84 (1981)] || Ongevoelig worden van kou, gezegd van ledematen (killen). [N 84 (1981)] III-1-1
gewas gewas: gǝwās (Meerlo) Collectief voor hetgeen verbouwd of geteeld wordt op het veld. [L 1, a-m; S 20; monogr.] I-4
geweer geweer: Algemene opmerking v.d. invuller: in het Meerlos dialect bestaat geen uitgangs "n"!  gewèèr (Meerlo) een draagbaar vuurwapen bestemd om door één persoon met twee handen bediend te worden, ongeveer 1 à 1 1/2 meter lang [geweer, bunkje] [N 90 (1982)] III-3-1
gewei van een hert gavel: gável (Meerlo), spies: spies (Meerlo), stangen: stángen (Meerlo) Gewei van een mannetjesree [N 94 (1983)] III-4-2
gewelf gewelf: gǝwɛlǝf (Meerlo), gewerfsel: gǝwørǝfsǝl (Meerlo), verwerfsel: vǝrwø̜rfsǝl (Meerlo) Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.] II-9
gewillig gewillig: gewillig (Meerlo) graag bereid om iets te doen [gewillig, gemoeiig, geer] [N 85 (1981)] III-1-4
gewone spurrie spurrie: spø̜ri (Meerlo) Spergula arvensis L. Een 15 tot 40 cm hoge plant met rechtopstaande stengels en smalle, priemvormige bladeren in kransen en kleine witte bloempjes. Spurrie bloeit van juni tot september en wordt vooral op zandgronden als veevoeder gekweekt. [N Q, 2; JG 1a, 1b; L A1, 245; R 3, 28; monogr.] I-5
gewoonte gewoonte: gewoeënte (Meerlo) gewoonte III-1-4
gewricht gewricht: gewreegt (Meerlo) gewricht [SGV (1914)] III-1-1