e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L217p plaats=Meerlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hart hart: ha.rt (Meerlo), hart (Meerlo) hart [RND], [SGV (1914)] III-1-1
hartelijk hartelijk: hartelek (Meerlo) welgemeend, uit het hart komend [gul, hartelijk, vriendelijk] [N 87 (1981)] III-3-1
hartenjagen (kaartspel) hartenjagen: hartejagen (Meerlo) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
hartig hartig: hartig (Meerlo) een zoutachtige, pittige smaak hebbend (hartig, hartelijk) [N 91 (1982)] III-2-3
hartinfarct hartverlamming: hartverlamming (Meerlo) Hartinfarct: bloeding in de hartspier met verstopping van de kransslagader (vang, kramp, infarct, hartverlamming). [N 84 (1981)] III-1-2
haten haten: haatte (Meerlo), niet kunnen uitstaan: [+kunnen, anders OTT: ik sta hem niet uit??, rk]  nie utstoan (Meerlo) een sterk gevoel van afkeer tegen iemand hebben, haatgevoelens voor iemand hebben [haten, dregen] [N 85 (1981)] || haten [SGV (1914)] III-3-1
haverkist, hakselkist hakselkist: hɛksǝlkist (Meerlo) De kist of bak waarin men het droge voer, tegenwoordig de haver, voor het paard bewaart. Deze kist staat meestal in de voergang in de paardestal. Vroeger werden er vooral ook haksel, soms zemelen, geplette haver, kaf of melasse in bewaard. De kist kan door een tussenwand verdeeld zijn. In het ene vak bewaart men dan meestal haver, in het andere iets anders. Soms zijn er meer dan twee vakken. Achter in het lemma staan enkele benamingen bijeen voor dit tussenschot. In het lemma wordt achter de codecijfers zoveel mogelijk met een cijfer vermeld in hoeveel delen de kist verdeeld was en wat er nog meer in bewaard werd dan de in het eerste lid van de woordtypen genoemde voedselsoort. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (haver) het lemma "haver" in aflevering I.4, nr 1.2.5 [N 5A, 59c en 72b; JG 1a en 1b; monogr.] I-6
havermout havermout: havermalt (Meerlo) havermout [SGV (1914)] III-2-3
hazelaar hazenotenstruik: hazenotestroek (Meerlo) hazelstruik [SGV (1914)] III-4-3
hazelnoot hazenoot: hazenoot (Meerlo) hazelnoot [SGV (1914)] III-4-3