e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L217p plaats=Meerlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koorts koorts: korts (Meerlo), kurts (Meerlo) koorts [RND], [SGV (1914)] III-1-2
kopdorser hekelmolen: hē̜kǝlmø̄lǝ (Meerlo) Bij deze vroege gemotoriseerde dorsmachine werden de schoven met de aren (de kop van de schoof) naar voren in de machine geschoven. Het eigenlijke dorsen gebeurde in een trommel met ijzeren pinnen of tanden die doet denken aan een hekel. Zie afbeelding 12. [N 14, 6a; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
kopen kopen: kooipe (Meerlo), kōēpe (Meerlo) koopen [SGV (1914)] || kopen (geen context) [DC 37 (1964)] III-3-1
koperslager koperslager: kōpǝrslɛ̄gǝr (Meerlo) Ambachtsman die koperen voorwerpen vervaardigt voor huishoudelijk gebruik. Zie ook de paragraaf over de koperslager. Het woord ɛpompenmakerɛ werd in Venray (L 210) en omstreken ook gebruikt voor een loodgieter. Vgl. het lemma "loodgieter".' [N 66, 54a; L 34, 17a-b; Wi 2 add.; monogr.] II-11
kopje bak: bak (Meerlo), kopje: kø͂ͅpkə (Meerlo), køͅpkə (Meerlo), tas: tas (Meerlo) een kop koffie [SGV (1914)] || kopje met oor || kopje zonder oor III-2-1
kopjeduikelen keukelebusje schieten: kükkelebüske schiete (Meerlo), keukelen: kükkele (Meerlo), kopkeukelen: Sub kükkele.  kopkükkele (Meerlo) Duikelen. || Kopje duikelen. || Omvallen, buitelen, rollen, tuimelen. III-3-2
koppelen koppelen: koppele (Meerlo) koppelen; twee personen tot een huwelijk met elkaar brengen [lappen, koppelen] [N 87 (1981)] III-2-2
koppenkaliber koppenkaliber: kǫpǝkalībǝr (Meerlo) Werktuig dat bij het op maat smeden van zeskante koppen (van bijvoorbeeld bouten) wordt gebruikt om na te gaan of het werkstuk de juiste maat heeft. Het bestaat uit een langwerpig metalen plaatje waarin uitsparingen van verschillende maten zijn uitgestanst. Zie ook afb. 219. [N 33, 333b] II-11
koppenklauw koppenklauw: kǫpǝklǫw (Meerlo) Een in het schroodgat van het aambeeld te plaatsen werktuig, dat - ter vervanging van het nagelijzer -wordt gebruikt bij het aanwellen van zeshoekige en ronde koppen. Het bestaat uit een gaffelvormig metalen blok met aan de onderzijde een pin. Zie ook afb. 218. [N 33, 333a-b] II-11
koppig koppig: kŭppig (Meerlo), köppig (Meerlo, ... ) koppig [SGV (1914)] || vasthoudend aan eigen wil of inzicht [koppig, steeg, kop] [N 85 (1981)] III-1-4