e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L217p plaats=Meerlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kousenwol sajet: sajet (Meerlo) Wollen garen voor het breien van kousen (saai, sajet) [N 79 (1979)] III-1-3
kouter kouter: kǭldǝr (Meerlo), kǭltǝr (Meerlo) Het lange smalle mes dat (achter de voorschaar) aan de ploegboom is bevestigd en dat bij het ploegen de voor vertikaal afsnijdt. [N 11, 31.I.c; N 11A, 85b; JG 1a + 1b; A 26, 4a; L 1 a-m; L 28, 40; Lu 4, 4a; S 19; monogr.] I-1
kouwe drukte koude drukte: kalde drukte (Meerlo) drukte voor niets, kouwe drukte [bezwaai, pehaai, poehaai, behaai] [N 85 (1981)] III-1-4
kraag kraag: kraag (Meerlo) boord, kraag III-1-3
kraakbeen knoers/knors: knŏĕrs (Meerlo) kraakbeen [SGV (1914)] III-1-1
kraaltjes kraaltjes: krɛləkəs (Meerlo) kraaltjes [RND] III-3-2
kraambed kinderbed: kīēnderbed (Meerlo) kraambed III-2-2
kraanvogel kroenekraan: kroeënekraan (Meerlo), krōēnekraan (Meerlo) kraanvogel [SGV (1914)] III-4-1
krabben krabben: krabbe (Meerlo) krabben [SGV (1914)] III-1-2
krabber schrabber: schrabber (Meerlo) Een meestal kegelvormig metalen werktuig met scherpe onderrand waarmee men de geweekte varkensharen verwijdert. Aan de bovenkant van de krabber bevindt zich een haak waarmee men de na het krabben achtergebleven lange haren uittrekt of de nagels afrukt. Omdat men een krabber vaak zelf maakt of laat maken van restanten van ander, niet meer bruikbaar gereedschap (bv. het blad van een schoffel) komen allerlei vormen voor. Voor het mes waarmee men de geweekte ha-ren en opperhuid van het varken verwijdert zie men het lemma ''mes''. Zie afb. 6. [N 28, 28a; N 28, 36; monogr.] II-1