e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L217p plaats=Meerlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
muik muik: moïk (Meerlo), mōĭjk (Meerlo), moͅi̯ək (Meerlo), muək (Meerlo) Kent u een woord voor een geheime bergplaats voor onrijp fruit? Vroeger legden de kinderen vruchten, vooral appels, die ze onrijp geplukt hadden, op een verborgen plekje in het hooi of stro om zacht te worden. Voorbeelden met woorden voor deze bergplaats [DC 31 (1959)] || meuk [SGV (1914)] || meuk, bewaarplaats in het hooi om fruit te laten rijpen: kinderen hadden zon moeëk III-2-3
muilband, bovenste band van de schoof kruisband: krȳs[band] (Meerlo) Zie de toelichting bij het lemma ''garveband'' (4.6.9). Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) band het lemma ''garveband'' (4.6.9). [N 15, 22b; monogr.; add. uit JG 1b] I-4
muilpeer muilpeer: moelpè:r (Meerlo), moelpèr (Meerlo) muilpeer, slag op de kaak [SGV (1914)] || Slag op de kaak; muilpeer (flets, fleer, plakkaat, kek, kokarde, klamats). [N 84 (1981)] III-1-2
muiltje slof: sloffen (Meerlo), slóf (Meerlo) Hoe noemt men de muilen? [DC 09 (1940)] || slof III-1-3
muis muis: moĕs (Meerlo), mōēs (Meerlo, ... ) muis [SGV (1914)] III-4-2
muis (mv.) muis (mv.): muus (Meerlo) muizen (mv.) [SGV (1914)] III-4-2
muizen muizen: mōēze (Meerlo, ... ), muuze (Meerlo), eigen spellingsysteem  moeze (Meerlo) Hoe noemt u jacht maken op muizen, gezegd van de kat (muizen) [N 83 (1981)] || muizen (ww) [SGV (1914)] III-2-1
mul (zand) mul: mul (Meerlo) mul [SGV (1914)] III-4-4
mulle grond papzand: papzand (Meerlo) Droge losse grond, zonder kluiten. [N 27, 37a; monogr.] I-8
muts: algemeen kips: WNT: kips (I), (vrouwen)hoed of (mans- of jongens)pet.  ki.ps (Meerlo), muts: muts (Meerlo) muts || pet, muts, klak [RND] III-1-3