18932 |
beredderen |
beredderen:
bereddere (L217p Meerlo),
tommelen:
cf. WNT s.v. "tommelen - tummelen - soms tombelen
tŏĕmele (L217p Meerlo),
zorgen:
zurge dat ⁄t goed gut (L217p Meerlo)
|
beredderen [SGV (1914)] || zaken in orde brengen, zorgen dat iets goed loopt [betimperen, betrekken, kwijten, beredderen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24916 |
bergx |
bergen (mv.):
mv.!
bérrəch (L217p Meerlo)
|
berg (bergen) [RND]
III-4-4
|
21527 |
bericht |
bericht:
bericht (L217p Meerlo)
|
een mondeling of schriftelijk overgebrachte mededeling, inlichting [tijding, ting, weet, bericht] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
19540 |
berkenbezem |
berkenbezem:
bēͅrkənbɛsəm (L217p Meerlo),
stekkenbezem:
stɛkən bɛsəm (L217p Meerlo)
|
bezem van berketakjes || bezem van twijgjes gemaakt voor het vegen buiten, op het erf b.v. of in schuur of stal. Als twijgen werden berkentakjes gebruikt, soms ook andere.
III-2-1
|
18060 |
beroerte |
beslag:
beslag (L217p Meerlo)
|
Beroerte: verlamming veroorzaakt door uitstorting van bloed in de hersenen (beroerte, beslag, aantok, slag). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
33443 |
beschermstenen of -palen |
schamppalen:
sxāmppǭl (L217p Meerlo),
schampstenen:
sxampstiǝn (L217p Meerlo)
|
Beschermstenen van natuursteen of dikke houten beschermpalen (soms ook wel van ijzer) worden geplaatst schuin tegen zijkanten van poorten en tegen hoeken van muren of tegen brugleuningen om beschadigingen door voertuigen te voorkomen. Bij boerderijen komen ze vooral voor aan schuurpoorten en ingangspoorten (van de gesloten hoeve). Soms dienen de stenen of palen ook als steun voor de muur waartegen ze rusten. Meervoudige opgaven benoemen de beide beschermstenen of -palen aan weerskanten van een opening. Zie ook afbeelding 18.a bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 43a; monogr.; add. uit N 4A, 42f]
I-6
|
20522 |
beschimmeld |
beschimmeld:
beschummeld (L217p Meerlo)
|
beschimmeld; Hoe noemt U: Met schimmel bedekt, gezegd van een brood [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20540 |
beschimmelen |
stikken:
stikke (L217p Meerlo)
|
Hoe noemt U: Werken van het brood, zodat het schimmelt (spinnen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20790 |
beschuit |
beschuit:
bəsxyt (L217p Meerlo)
|
beschuit
III-2-3
|
20711 |
beschuitbol |
bestel:
bəsteͅl (L217p Meerlo)
|
beschuitbol, niet doorgesneden, niet voor de tweede maal gebakken
III-2-3
|