e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L217p plaats=Meerlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pralerij grootsigheid: grutsigheid (Meerlo) een vertoon van grootheid [kasgenade, geneuk, paret] [N 85 (1981)] III-1-4
prei prei: prei (Meerlo), preij (Meerlo) [DC 13 (1945)]prei [SGV (1914)] I-7
prent(je) prent(je): preentje (Meerlo), print (Meerlo), prīnt (Meerlo), prīntje (Meerlo) Een plaatje, prentje, afbeelding [beeldeke]. [N 90 (1982)] || prent [SGV (1914)] || Prent. || Prentje met heilige of religieuze voorstelling. III-3-2
prentbriefkaart aanzichtkaart: Algemene opmerking v.d. invuller: in het Meerlos dialect bestaat geen uitgangs "n"!  anzichtkaart (Meerlo) een briefkaart waarop aan een zijde een afbeelding is afgedrukt [prentbriefkaart, zichtkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)] III-3-1
pret, schik joeks: joeks (Meerlo), plezier: plezier (Meerlo), schik: schik (Meerlo, ... ), weij hebbe schik gehad (Meerlo) [schik] wij hebben ~gehad [SGV (1914)] || een gevoel van vrolijkheid en blijdschap waaraan men duidelijk uiting geeft [plezier, pret, lol, schik] [N 85 (1981)] || plezier || pret, plezier, vreugd || schik [SGV (1914)] III-1-4
pretmaker grapjas: grapjas (Meerlo) de persoon die altijd zorgt voor vrolijkheid en pret [pallieter, kadul] [N 85 (1981)] III-1-4
prettig lollig: lollig (Meerlo) pret, genoegen verschaffend of veroorzakend; aangenaam [pertig, prettig] [N 85 (1981)] III-1-4
preuts preuts: pruts (Meerlo, ... ) preuts || preuts; overzedig, gemaakt eerbaar [preuts, prude] [N 86 (1981)] III-2-2
priester priester: priester (Meerlo) priester [SGV (1914)] III-3-3
prijzen (mv.) prijzen: pri.zə (Meerlo), pri:s (Meerlo) prijzen (mv.) [RND] III-3-2