e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L217p plaats=Meerlo

Overzicht

Gevonden: 4060
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bliksemafleider bliksemafleider: bliksemafleijer (Meerlo) Inrichting om de bliksem af te leiden en onschadelijk te maken; gewoonlijk een van het dak tot in de grond lopende metalen staaf (bliksemafleider, donderroede, donderkruit, donderspil) [N 79 (1979)] III-2-1
bliksemen bliksemen: blikseme (Meerlo), et bliksemt (Meerlo) bliksemen, weerlichten || het bliksemt [SGV (1914)] III-4-4
blindemannetje spelen blindekoe: bliende koe speule (Meerlo) Het spel waarbij één van de spelers die de anderen moet vangen geblinddoekt is [kakkemommen, blindemannetje, blindekoe, blindekoekoek]. [N 88 (1982)] III-3-2
blinken, glimmen, glanzen blinken: bleenke (Meerlo) een glans van zich geven [glimmen, glanzen, blinken] [N 91 (1982)] III-4-4
bloed bloed: blōēd (Meerlo) bloed [SGV (1914)] III-1-1
bloeden bloeden: blŭŭij (Meerlo) bloeden [SGV (1914)] III-1-2
bloedluis bloedluis: blōēdluus (Meerlo) bloedluis III-4-2
bloedworst bloedworst: blōētwòòrs (Meerlo), pijpworst: pīpwōrst (Meerlo) bloedworst [N 06 (1960)] || kleine bloedworst, gemaakt van de dunste darmen III-2-3
bloedzuiger bloedzuiger: blōēdzuger (Meerlo), blōēdzuuger (Meerlo) bloedzuiger [SGV (1914)] III-4-2
bloei bloei: blöj (Meerlo) bloei III-4-3