e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L217p plaats=Meerlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waterleiding waterleiding: Algemene opmerking v.d. invuller: in het Meerlos dialect bestaat geen uitgangs "n"!  waterleiding (Meerlo) het stelsel van buizen waardoor drinkwater naar huizen geleid wordt [lei] [N 90 (1982)] III-3-1
waterloot dief: eigen spellingsysteem  dief (Meerlo) Een tak die ontstaat op de stam (dief, waterlot). [N 82 (1981)] III-4-3
watermunt pepermunt: pepperpūnt (Meerlo) pepermunt (plant) III-4-3
waterpokken waterpokken: waterpokke (Meerlo) Waterpokken: besmettelijke ziekte waarbij rode vlekjes op de huid ontstaan die in blaartjes overgaan (windpokken, wijnpokken, respok). [N 84 (1981)] III-1-2
waterpomptang waterpomptang: wātǝrpǫmptaŋ (Meerlo) Stalen, verstelbare tang voor het vastgrijpen en monteren van pijpmateriaal, het vast- en losdraaien van moeren, etc. De tang heeft een getande, ronde bek waarmee het materiaal kan worden vastgeklemd. De afstand tussen de bekken van de tang is verstelbaar. Zie ook afb. 69. [N 33, 177; N 64, 52; monogr.] II-11
waterput put: pøt (Meerlo, ... ) [RND 10] [SGV (1914)] I-7
waterring van de mijt ring: rīŋk (Meerlo) Waterring, waterlaag of kaplaag van de korenmijt. De laag schoven die het verst naar buiten steekt, juist waar de kap begint. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Voor euze enz. vergelijk wnt XI, onder oozie, ooziedrup enz., "het gedeelte van het dak dat over den muur uitsteekt en het regenwater afwerpt", "afdak" dus. Zie afbeelding 8, a. [N 15, 45c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
wecken inmaken: ienmake (Meerlo) wecken; Hoe noemt U: Steriliseren van levensmiddelen in luchtdicht afgesloten flessen (wecken, inmaken) [N 80 (1980)] III-2-3
weddenschap weddingschap: wɛdiŋschap (Meerlo) weddenschap [RND] III-3-2
weduwe wedvrouw: wedvrouw (Meerlo, ... ), wetvrouw (Meerlo) weduwe [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] III-2-2