e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L217p plaats=Meerlo

Overzicht

Gevonden: 4060
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geeuwhonger geeuwhonger: geehonger (Meerlo) geeuwhonger [SGV (1914)] III-2-3
gegraven waterloop graaf: grāf (Meerlo) In het algemeen is in dit lemma sprake van een gegraven waterloop als afscheiding of om overtollig water af te voeren of om te bewateren. In dialectenqu√™tes zijn er veel vragen gesteld naar de benamingen voor een sloot, graaf of gracht. In de antwoorden bleek veel overlap te zitten. Het gaat hier om waterlopen die verschillend van breedte kunnen zijn. Omdat de antwoorden hierover niet eenduidig waren, was het niet mogelijk aan een begrip een vaste breedte toe te kennen. Algemeen kan men zeggen dat een gracht een bredere sloot is, een graaf een wat bredere, vaak droge sloot, en dat een goot, grub en zouw wat smallere waterlopen zijn. Het overeenkomstige bij alle waterlopen is dat ze gegraven zijn. [N 27, 24; AGV, m1; A 20, 1c; A 20, 1d; A 10, 21; A 2, 48; L 24, 27; L 1a-m; L 36, 4; L A1, 62; Lu 1, 5; R 14, 23j; S 11, 33; monogr.] I-8
gehakt met: mɛt (Meerlo) gehakt vlees III-2-3
geheel afgeschoren wolvacht vacht: vāxt (Meerlo), wol: wol (Meerlo) De gehele vacht wol van het schaap, wanneer dit geschoren wordt. [N 38, 19; L 41, 37; monogr.] I-12
geheimzinnig stiekem: stiekem (Meerlo) een verborgen betekenis hebbend, in het geheim geschiedend [bekeinsd, geheimzin-nig] [N 85 (1981)] III-1-4
geheugen geheugen: geheuge (Meerlo), onthoud: ónthāld (Meerlo) geheugen || het vermogen om zich dingen te herinneren [geheugen, memorie] [N 85 (1981)] III-1-4
gehoorzaam goed luisterend: goed lŭŭsterend (Meerlo) gewillig of bereidwillig bevelen of aanwijzingen opvolgend, vooral gezegd van kinderen in betrekking tot ouders [gehoorzaam, gewarig] [N 85 (1981)] III-1-4
gehoorzamen luisteren: lŭŭstere (Meerlo, ... ), lüstere (Meerlo) een bevel opvolgen [pareren, luisteren, gehoorzamen] [N 85 (1981)] || luisteren, gehoorzamen III-1-4
gehucht gehucht: gehucht (Meerlo), Algemene opmerking v.d. invuller: in het Meerlos dialect bestaat geen uitgangs "n"!  gehucht (Meerlo) een klein dorpje zonder kerk [gehucht, bijval, uithoek] [N 90 (1982)] || gehucht [SGV (1914)] III-3-1
gehuil, geschrei geschrouw: geschraw (Meerlo) het huilen, het wenen [grijs] [N 85 (1981)] III-1-4