e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meerlo

Overzicht

Gevonden: 4060
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
glimworm glimworm: eigen spellingsysteem  glimwŭrm (Meerlo), eigen spellingsysteem ?  glimwŭrm (Meerlo), glimwormpje: glimwörmke (Meerlo), lichtwormpje: lüchtwörmke (Meerlo) glimworm [SGV (1914)] || Het wijfje is vleugelloos, 12-18mm lang, bruinachtig van kleur, het halsschild is geel omrand. Het heeft vrij sterke lichtorganen op het einde van het achterlijf (glimworm, lichtmaaike, viermaai, gloeiige worm) [N 83 (1981)] || Hoe noemt u een soort kever: het mannetje is gevleugeld. Het kan 11-16mm lang worden. Het is bruinachtig van kleur en is in staat een geelgroen licht uit te stralen met behulp van lichtorganen op het achterlijf (glimkever) [N 83 (1981)] III-4-2
gloed warmte: wermte (Meerlo) Hitte, warmte die van een vurige massa uitstraalt (gloed, hitte, warmte) [N 79 (1979)] III-2-1
gluiperd gluiper: gluper (Meerlo, ... ), loeroor: loeboor (Meerlo), luipoor: loepoor (Meerlo) een gluiperig, niet eerlijk persoon [gluiperd, luiperd, kattin] [N 85 (1981)] || gluiper [SGV (1914)] || gluiper(d) III-1-4
gluiperig gluiperig: gluperig (Meerlo, ... ) gluiperig || huichelachtig, op bedekte wijze, niet open, niet eerlijk [gluips, gluiperig, slinks, wenslinks] [N 85 (1981)] III-1-4
goed opschieten met zijn werk plakken: plakke (Meerlo) goed opschieten met zijn werk [plakken] [N 85 (1981)] III-1-4
goede kamer, ontvangkamer beste kamer: bēͅstə kāmər (Meerlo) goeie kamer, alleen gebruikt met de kermis en feestelijke gelegenheden III-2-1
goedkoop goedkoop: gōēdkŏŏip (Meerlo) goedkoop [SGV (1914)] III-3-1
goedkoopste rang in een schouwburg vooraan: v"ran (Meerlo) De goedkoopste rang in een schouwburg [uilekot]. [N 90 (1982)] III-3-2
goedzak godsblok: En godsblok (Meerlo), goede bloed: goeije blōēd (Meerlo), goedkalf: goedkālf (Meerlo), goedzak: goedzak (Meerlo), leuris: leuris (Meerlo) een goedige sul || een persoon die altijd goed handelt en goed is voor andere mensen [goedzak, godsblok] [N 85 (1981)] || goedzak [SGV (1914)] || lobbes, goedbloed III-1-4
golf golf: golf (Meerlo) golf, bolle verheffing op de waterspiegel, meestal veroorzaakt door de wind [baar, zwolp] [N 81 (1980)] III-4-4