21856 |
in voorraad |
in voorraad:
ien vurroad zien (L217p Meerlo)
|
in voorraad zijn [staan, voorradig zijn] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18849 |
ingetogen |
afgetrokken:
afgetrōkken (L217p Meerlo),
bedaard:
bedaard (L217p Meerlo),
teruggetrokken:
truggetrōkken (L217p Meerlo)
|
ingetogen [SGV (1914)] || zich onthoudend van buitensporigheden of uitspattingen, niet opzichtig [stil, bedaard, stemmig, ingetogen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17701 |
ingewanden |
ingewanden:
iegewānde (L217p Meerlo)
|
ingewanden [SGV (1914)]
III-1-1
|
17909 |
ingieten (met geluid) |
klokken:
klokke (L217p Meerlo)
|
gieten: Met een zeker geluid water ergens in gieten (patten). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19271 |
ingrijpen |
ingrijpen:
iengriepe (L217p Meerlo)
|
met gezag en kracht tussenbeide komen [roffen, ingrijpen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24960 |
inham |
inham:
ienham (L217p Meerlo)
|
inham, in het land inspringend gedeelte van een zee, meer of riveri [inpamp] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
33030 |
inkappen, eerste slagen maken met de zicht |
inhouwen:
inhǫu̯ǝ (L217p Meerlo)
|
De eerste slagen met de zicht maken in een aan te maaien akker en tevens het uitvoeren van de "eerste fase" van de zichtbehandeling; zie de algemene toelichting van deze paragraaf. De terminologie wordt soms ook gebruikt voor het maken van de eerste gang voor de maaimachine; dit wordt uitdrukkelijk vermeld in K 316, L 270, 294, 320c, 355, 360, 372, 419, 420, 432, P 186, Q 99*, 121c, 197, 197a. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [maaien], zie het lemma ''maaien'' (3.1.1) en de klankkaart (kaart 7) in aflevering I.3. [N 15, 16j; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; A 23, 16.2; L 48, 32.2; Lu 1, 16.1a; monogr.; add. uit N 15, 16f]
I-4
|
22448 |
inkopen doen voor sinterklaas |
sinterklaas kopen:
sinterklaas koeepe (L217p Meerlo)
|
Inkopen doen voor St. Nicolaas (6 december) [kloteren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
26785 |
inkuilen |
dijken:
dikǝ (L217p Meerlo),
inkuilen:
inkulǝ (L217p Meerlo)
|
De aardappelen worden met de slagkar van het veld naar de boerderij vervoerd en daar op een droge plaats voorlopig opgeslagen om uit te wasemen. Vroeger gebeurde dit in de kelder onder de bakoven (zie aflevering I.6 over de bedrijfsgebouwen van de boerderij). Tegen de winter worden de aardappelen ingekuild, dat wil zeggen in een aardappelkuil of -groeve gestort. De algemene benamingen voor deze handeling staan in dit lemma bijeen. Zie verder het lemma Aardappelkuil, -Groef. [N 12, 28; JG 1a, 1b; S 16; monogr.; add. uit N 12, 29; L 1, a-m; S 19]
I-5
|
19524 |
inmaakpot |
moeston:
muston (L217p Meerlo)
|
ton om zuurkool in te leggen
III-2-1
|