20573 |
middagmaal |
middag, de -:
medax (L217p Meerlo),
middageten:
s middags
middag ète (L217p Meerlo)
|
hoofdmaaltijd, warme maaltijd || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)]
III-2-3
|
17668 |
middelvinger |
lange vinger:
lange vinger (L217p Meerlo),
middenvinger:
midde vinger (L217p Meerlo)
|
Middelvinger: de middelste, langste vinger (middelvinger, langelierboom, langeman). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
17690 |
middenrif |
middelrif:
middelrif (L217p Meerlo)
|
Middenrif: spierachtig vlies tussen borst- en buikholte (rand, middelrif, middelvlies). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
22877 |
midvoor |
middenvoor:
middeveur (L217p Meerlo)
|
Midvoor. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
24352 |
mier |
zeikdempel:
zekdempel (L217p Meerlo)
|
mier
III-4-2
|
33555 |
mierikswortel |
mierikswortel:
mierkswortel (L217p Meerlo),
eigen spellingsysteem
mieriks wortel (L217p Meerlo)
|
De vlezige scherpe wortel van de mierik, mierikswortel (mierikswortel, peperwortel, meerradijs, kiek, tiek). [N 82 (1981)] || mierikswortel
I-7
|
24353 |
mijt |
meel:
meel (L217p Meerlo)
|
mijt (insect)
III-4-2
|
22468 |
mik |
vork:
veurk (L217p Meerlo)
|
Een stokje dat aan één kant in twee einden uitloopt om vogelnestjes uit holle boomstammen te halen [fruiteltje, fretsel, mik]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21745 |
mikken |
mikken:
mikə (L217p Meerlo),
Algemene opmerking v.d. invuller: in het Meerlos dialect bestaat geen uitgangs "n"!
mikke (L217p Meerlo)
|
lonken (mikken) [RND] || scherp kijken naar en richten op het doel dat men wil raken met een vuurwapen [mikken, mieren, aanleggen] [N 90 (1982)]
III-3-1, III-3-2
|
25320 |
millimeter, maat, 1000ste deel van een meter |
millimeter:
milimèter (L217p Meerlo)
|
het duizendste deel van een meter [millimeter, streep] [N 91 (1982)]
III-4-4
|