29832 |
pannenbakkerij |
panoven:
panó̜vǝ (L217p Meerlo)
|
Fabriek waar, doorgaans in handarbeid, dakpannen werden vervaardigd. Schuermans (Algemeen Vlaamsch Idioticon) merkt op pag. 458 over pannenschop op: ø̄̄pannenbakkerij, zoo genoemd omdat het gebouw aan een schop of overdekte plaats gelijkt (Limb.)ø̄̄. [monogr.; N 27 add.]
II-8
|
20700 |
pannenkoek |
koek:
men kende: spekkoek, appelkoek, krentenkoek, rozijnenkoek, uienkoek, boekweitkoek, kersenkoek, pruimenkoek, bosbessenkoek
kūk (L217p Meerlo),
schaarkoekje:
sxarkykskə (L217p Meerlo)
|
pannekoek || pannekoekje van e resten van het deeg, nog bij elkaar geschard
III-2-3
|
19443 |
pannenlap |
pannenlap:
panəlap (L217p Meerlo),
ties:
tis (L217p Meerlo)
|
pannenlap
III-2-1
|
18295 |
pantoffel |
pantoffel:
pantoefel (L217p Meerlo),
petoefel (L217p Meerlo)
|
Hoe noemt men de pantoffels? [DC 09 (1940)] || pantoffel
III-1-3
|
20057 |
pantoffeltje |
pantoffeltje:
-
pantüffelkes (L217p Meerlo, ...
L217p Meerlo,
L217p Meerlo,
L217p Meerlo,
L217p Meerlo,
L217p Meerlo),
caleocolaria
pantüffelkes (L217p Meerlo)
|
Pantoffeltje (calceolaria officinale). De twee meeldraden zijn beweegbaar, ongeveer als bij salie. Bladeren tegenoverstaand of verspreid, de onderste samengesteld, de bovenste alleen meer of minder ingesneden; de bladrand is dubbel gezaagd. De zwavelgele
III-2-1
|
20558 |
pap |
brij:
breej (L217p Meerlo, ...
L217p Meerlo),
pap:
pap (L217p Meerlo)
|
brij [SGV (1914)] || brij; Hoe noemt U: Half vast, half vloeibaar gekookt gerecht van een heel of half gemalen graansoort (gort of meel) of rijst (brij, kwet, prol, pap) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21126 |
papier |
papier:
papier (L217p Meerlo)
|
papier [SGV (1914)]
III-3-1
|
18194 |
paraplu |
paraplu:
paraplüj (L217p Meerlo)
|
paraplu
III-1-3
|
18395 |
parel |
parel:
pèrrel (L217p Meerlo)
|
parel [SGV (1914)]
III-1-3
|
20560 |
parelen |
opborrelen:
opborrele (L217p Meerlo)
|
parelen; Hoe noemt U: Opstijgen van luchtbelletjes in drank (parelen, kriezelen, grinselen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|