20842 |
peper |
peper:
pēͅpər (L217p Meerlo)
|
peper
III-2-3
|
20843 |
peperkorrel |
peperbolletje:
pēͅpərbøͅlkə (L217p Meerlo)
|
peperkorrel
III-2-3
|
20844 |
pepermunt |
pepermunt:
peͅpərmø̄nt (L217p Meerlo)
|
pepermunt: tabletje met pepermuntsmaak
III-2-3
|
22446 |
periode van de ijsheiligen |
ijsheiligen:
iesheilige (L217p Meerlo)
|
De periode van de ijsheiligen, 11-14 mei; op deze dagen kan het zeer koud zijn. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
17911 |
persen |
persen:
parse (L217p Meerlo)
|
persen [SGV (1914)]
III-1-2
|
33566 |
perzik |
peers:
piers (L217p Meerlo, ...
L217p Meerlo)
|
perzik [SGV (1914)]
I-7
|
33567 |
perzikboom |
perzenboom:
pierzenboeëm (L217p Meerlo)
|
perzikboom
I-7
|
22556 |
pesten (kaartspel) |
pesten:
kinderkaartspel
peste (L217p Meerlo)
|
Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)]
III-3-2
|
19139 |
pesterij |
plaag:
ploag (L217p Meerlo)
|
het kwellen [plaag, temptatie] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18281 |
pet: algemeen |
kips:
WNT: kips (I), (vrouwen)hoed of (mans- of jongens)pet.
kieps (L217p Meerlo, ...
L217p Meerlo),
WNT: kips (I), (vrouwen)hoed, of (mans- of jongens)pet.
kieps (L217p Meerlo)
|
Hoe noemt men de pet, die bij het werk gedragen wordt? Welken vorm heeft deze? Indien geen pet, maar een muts door de mannen wordt gedragen, hoe noemt men deze dan? Welken vorm heeft ze? [DC 09 (1940)] || pet [SGV (1914)]
III-1-3
|