20629 |
beschuitpap |
beschuitenpap:
bəsxytəpap (L217p Meerlo)
|
pap van melk en beschuit
III-2-3
|
33166 |
besjes aan de aardappelplant |
krallen:
kralǝ (L217p Meerlo)
|
De besachtige groene vruchten die zich uit de bloemen van de aardappelplant ontwikkelen. Vroeger, voordat men pootaardappelen selecteerde uit de eigen oogst, werd uit deze vruchtjes van de plant pootzaad gewonnen. Het lemma bevat alleen meervouden. Bij goesbollen wordt door de zegslieden opgegeven dat ...kinderen deze bollen aan een lange twijg (steken) en dan de bollen zo ver mogelijk weggooien of zwiepen; goezen is "zwiepen". Warnant (1949, 175) vermeldt dit spel ook voor Waals Haspengouw. Het regelmatige voorvoegsel aardappel- of patatte- is hier weggelaten; zie het lemma Aardappel. Zie voor de fonetische documentatie van de varianten voor aardappel, ook datzelfde lemma Aardappel. [N 12, 7; L 32, 14; monogr.; add. uit JG 1b]
I-5
|
21730 |
beslag |
beslag:
Algemene opmerking v.d. invuller: in het Meerlos dialect bestaat geen uitgangs "n"!
beslag (L217p Meerlo)
|
het in beslag nemen van goederen bijv. als uitvoering van een vonnis [beslag, kommer] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
31614 |
beslaghamer, hoefhamer |
hoefhamer:
hufhāmǝr (L217p Meerlo)
|
Klauwhamer met vierkante of ronde baan, waarmee hoefnagels worden ingeslagen. De klauw van de hamer wordt gebruikt om nagels die in een verkeerde richting gaan, weer terug te trekken. Een hoefnagel verkeerd in de hoef slaan, werd in L 424 ɛvernagelenɛ (varnē9gala) genoemd. Zie ook afb. 231.' [N 33, 61; monogr.]
II-11
|
19285 |
beslissen |
beslissen:
beslisse (L217p Meerlo)
|
iets waarover verschil van gevoel is voorgoed tot een einde brengen [scheiden, beslissen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21673 |
besteden |
besteden:
bestei-je (L217p Meerlo)
|
geld uitgeven voor een artikel [besteden, verteren] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21532 |
besteken |
geven:
gève (L217p Meerlo)
|
kado geven [schenken, besteken] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21861 |
bestellen |
bestellen:
bestelle (L217p Meerlo)
|
opdracht geven om waren af te leveren of te bewaren [bestellen, commanderen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18922 |
bestemmen |
aanwijzen:
anwieze (L217p Meerlo)
|
iets of iemand aanwijzen voor een bepaald doel [betijen, bestemmen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25105 |
bestendig weer |
vast (weer):
vāst wèr (L217p Meerlo)
|
lucht die vast, bestendig weer betekent [hooilucht, vaste lucht] [N 81 (1980)]
III-4-4
|