18096 |
blaasontsteking |
blaasontsteking:
bloasontstèking (op t water hebbe) (L217p Meerlo)
|
Blaasontsteking: ontsteking van de urineblaas (koupis, droppelpis). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24469 |
blad (alg.) |
blad:
blad (L217p Meerlo, ...
L217p Meerlo)
|
blad [SGV (1914)]
III-4-3
|
32972 |
blad, bladeren van een plant |
blad:
blat (L217p Meerlo),
blader:
blār (L217p Meerlo),
blē̜r (L217p Meerlo)
|
Blad, als deel van een plant. De meervouden en verkleinwoorden zijn apart behandeld. [JG 1a, 1b; A 3, 1; L 1, a-m; L 4, 1; L 14, 16; L 32, 21; S 3; R 7, 25; R 12, 26; monogr.]
I-4
|
24718 |
bladerloze boom |
kale boom:
eigen spellingsysteem
kale boeëm (L217p Meerlo)
|
Een boom zonder bladeren (ijlboom). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
33504 |
bladkool, snijkool |
sloor:
sloor (L217p Meerlo)
|
I-7
|
24514 |
bladrozet van de paardebloem |
stob:
stoeb (L217p Meerlo),
rozet van de paardebloem
stoeb (L217p Meerlo, ...
L217p Meerlo,
L217p Meerlo,
L217p Meerlo,
L217p Meerlo,
L217p Meerlo)
|
paardebloem, bladrozet van || rozet ve paardenbloem
III-4-3
|
21835 |
bladzijde |
bladzijde:
bladzi-j (L217p Meerlo)
|
ieder van de beide zijden van een blad in een boek, tijdschrift etc. [teun, pagina, bladzijde] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
19978 |
blaffen |
blaffen:
blaffe (L217p Meerlo),
eigen spellingsysteem
blaffe (L217p Meerlo)
|
blaffen [SGV (1914)] || Hoe noemt u het gewone stemgeluid van een hond (blaffen, bassen, bletsen, basten) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
24363 |
blankvoorn, voorn |
voorn:
vòre (L217p Meerlo),
eigen spellingsysteem
voare (L217p Meerlo)
|
Hoe noemt u de voorn: een zoetwatervis met achter de borstvin twee buikvinnen die ter hoogte van de rugvin staan; de anaalvin staat ongeveer halfweg de eerste buikvin en de staartvin. De bek is betrekkelijk klein. Het lichaam is zijdelings samengedrukt en [N 83 (1981)] || voren, vis
III-4-2
|
34405 |
blaten |
bleren:
blē̜rǝ (L217p Meerlo)
|
Geluid voortbrengen, gezegd van een schaap. [N 19, 76a; S 52, add.; Vld.; monogr.]
I-12
|