e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meerlo

Overzicht

Gevonden: 4060
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blauwe bosbes bosbeer: boschbär (Meerlo), moelbeer: moelbèèr (Meerlo), moelber: -  moelbèr (Meerlo, ... ) blauwe bosbes [DC 13 (1945)] || bosbes || boschbes [SGV (1914)] III-4-3
blauwe reiger, reiger reiger: reiger (Meerlo, ... ) reiger [SGV (1914)] III-4-1
blauwe vleesvlieg, bromvlieg dikke vlieg: eigen spellingsysteem  dikke vlīēg (Meerlo), madenschijter: maaienschieter (Meerlo), tor: tor (Meerlo) bromvlieg || Hoe noemt u een grote, dikke vlieg, donkerblauw glanzend, die eieren legt in geslacht vlees (dal) [N 83 (1981)] III-4-2
blazen blazen: blaoze (Meerlo), eigen spellingsysteem  bloaze (Meerlo) blazen [DC 37 (1964)] || Hoe noemt u het geluid dat katten voortbrengen als zij kwaad zijn (blazen, spuwen) [N 83 (1981)] III-1-1, III-2-1
bleek bleek: bliēēk (Meerlo) bleek [SGV (1914)] III-1-2
bleke steen bleke steen: blēǝkǝ stējǝn (Meerlo) Metselsteen die onvoldoende doorbakken is. [N 98, 165; S 37; monogr.; N 30 add.] II-8
blij blij: bliej (Meerlo) blij [SGV (1914)] III-1-4
blijven hangen, blijven plakken plakken: plekke (Meerlo) ergens steeds maar blijven, niet weg willen gaan [kleven, pekken, hukken, persten, plersten, pleisteren] [N 91 (1982)] III-4-4
blijven wachten blijven: blieve (Meerlo), (ie is lang).  blieve (Meerlo), wachten: wāchte (Meerlo) blijven [DC 37 (1964)] || ergens blijven tot iets of iemand komt [tukken, wachten] [N 91 (1982)] || niet verder gaan, blijven [letten, banken, banketeren, wijlen, blijven] [N 91 (1982)] III-4-4
bliksem, bliksemflits bliksem: bliksem (Meerlo, ... ), weerlicht: werlicht (Meerlo) bliksem [SGV (1914)] || bliksemflits, weerlicht III-4-4