21666 |
verschuldigd zijn |
schuld hebben:
schuld hebbe (L217p Meerlo)
|
verplicht te betalen [schuldig (zijn), plichtig zijn, gelden] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
22434 |
versieren (met bloemen) |
kransen:
De ongehuwden uit de buurt of het dorp kwamen "krense"bij gelegenheid van bruiloften, jubilea, priesterfeesten, of de dood van kinderen en volwassenen, ook bij ontvangsten van autoriteiten. De kransen werden gemaakt van palm (z. ald.) of sparre- of dennegroen.
krēnse (L217p Meerlo),
versieren:
versiere (L217p Meerlo)
|
Maken. || Met bloemen versieren (bijv. iemands huis of stoel) bij een feest [pelen, braaien, meien, paleren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18242 |
versiersel |
smuk (<du.):
smoek (L217p Meerlo)
|
voorwerpen die tot versiering dienen [sier, smeer, smuk, opsmuk, opschik, tooi] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
18226 |
versleten |
versleten:
verslete (L217p Meerlo)
|
door lang gebruik stuk gegaan, niet bruikbaar meer, gezegd van een kledingstuk [versleten, sleets, schabbig, kaal] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
18797 |
verstand |
verstand:
verstand (L217p Meerlo)
|
het vermogen goed, helder te denken [verstand, bewijs, bewoud, vernuft] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19179 |
verstandig |
gescheit (du.):
gescheit (L217p Meerlo),
verstandig:
verstandig (L217p Meerlo),
verstendig (L217p Meerlo),
wijs:
wīēs (L217p Meerlo)
|
een goed verstand hebben; zijn verstand goed gebruikend [bezouwig, redelijk, radelijk] [N 85 (1981)] || verstandig [SGV (1914)]
III-1-4
|
29941 |
verstekhaak |
verstekhaak:
vǝrstękhǭk (L217p Meerlo)
|
Haak waarvan de armen een hoek van 450 vormen. De verstekhaak wordt gebruikt om hoeken van 450 af te tekenen. Zie ook het lemma "verstekhaak" in Wld II.9, pag. 10-11 en afb. 77. [N 33, 318e]
II-11
|
31536 |
verstelbare moersleutel |
engelse sleutel:
ęŋǝlsǝ slø̜tǝl (L217p Meerlo)
|
sǝl Q 116; verstelbare sleutel: vǝrštɛlbrǝ šløsǝl Q 121b; ijzeren sleuter: ęjzǝrǝ slø̜jtǝr P 176b; %%B de volgende opgaven betreffen het oudere type Engelse sleutel -- vergelijk afbeelding 199a-d%% engelse sleutel: e' [N 33, 300a; N 33, 300d; N 64, 78b; monogr.]
II-11
|
29112 |
verstellen |
stukken:
støkǝ (L217p Meerlo)
|
Een lap op de scheur in het kledingstuk naaien of het verstellen of oplappen. [N 62, 43a; N 62, 21b; Gi 1.IV, 50; S 36; MW]
II-7
|
22349 |
verstoppertje spelen |
bergemuisje spelen:
bergemuuske (L217p Meerlo),
bergemŭŭske speule (L217p Meerlo),
Als de gevondene eer aan de "pot"was moest hij driemaal op de "pot"kloppen en roepen: Ieën, twieë, drie, potaaf!
bergemüske speule (L217p Meerlo),
pielepost spelen:
pielepost (L217p Meerlo)
|
Het spel waarbij alle personen zich verstoppen, behalve één die alle anderen moet zoeken; bij het doel (bijv. een boom) kunnen de verstopten zich afmelden (op dit spel bestaan vele varianten, misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld [N 88 (1982)] || schuilevinkje spelen [SGV (1914)] || Verstoppertje spelen.
III-3-2
|