34308 |
vrouwelijk varken |
zog:
zox (L217p Meerlo)
|
Vrouwelijk varken. Ten aanzien van gelt wordt opgemerkt dat het synoniem is met zeug (L 416), dat het een vrouwelijk, niet gedreven varken is (L 312, 353), dat het een vrouwelijk varken is dat niet dient voor de kweek (L 282, 286, 313, 315, 316, 354, 355, 356) of juist wel voor de kweek is bestemd (K 278). Verder kan het een oud woord zijn voor de zeug (L 354, 355) en kan het op een gesneden, vrouwelijk varken duiden (L 312). Oorspronkelijk duidde gelt op het gecastreerde vrouwelijk varken. In de loop van deze eeuw is men gelt ook gaan gebruiken voor het vrouwelijk varken. [L 20, 4a; L 14, 13; L 3, 2a; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; A 4, 4c; Wi 9; NE 1, 12; NE 2.I.8; AGV K1; R XII, 46; Gwn 5, 11; N M, 22 add.; N C, add.; Vld.; monogr.]
I-12
|
21920 |
vrouwelijke duif |
wijfje:
wiefke (L217p Meerlo)
|
Wijfjesduif. [SGV (1914)]
III-3-2
|
34543 |
vrouwelijke eend |
eend:
ēnt (L217p Meerlo)
|
[L 1a-m; JG 1a, 1b; S 18; A 6, add.]
I-12
|
24440 |
vrouwelijke haas |
moer:
moer (L217p Meerlo)
|
Haas, wijfjeshaas [N 94 (1983)]
III-4-2
|
20124 |
vrouwelijke kat |
poes:
eigen spellingsysteem
poes (L217p Meerlo)
|
Hoe noemt u een vrouwelijke kat (moederkat, kattin, poes) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
34473 |
vrouwelijke kip |
hen:
hɛn (L217p Meerlo),
hoen:
hūn (L217p Meerlo)
|
De hen is het wijfje van het tamme huishoen. [N 19, 37; Wi 13; Wi 14; Wi 17; NE II, 10; Gwn 5, 14; A 11, 1c; A6, 1b; L 6, 20a; L 22, 22; L 28, 35; L 42, 5; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; JG 1a, 1b; S 14; L 1a-m; Vld.; monogr.]
I-12
|
24455 |
vrouwelijke vis |
kuitvis:
eigen spellingsysteem
koetvis (L217p Meerlo)
|
Hoe noemt u een vrouwelijke vis (kuiter, kuitvis, moedervis, kuit) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
18598 |
vrouwenonderhemd? |
lijfje:
liefke (L217p Meerlo)
|
vrouwen- of kinderondergoed
III-1-3
|
20467 |
vrouwziek |
gathamel:
gathamel (L217p Meerlo),
maagdjesgek:
megjesgek (L217p Meerlo)
|
man die altijd achter vrouwen aanzit || meisjesgek
III-2-2
|
24515 |
vrucht zetten |
vrucht zetten:
eigen spellingsysteem
vrucht zette (L217p Meerlo)
|
Vruchten vormen, vrucht zetten (spenen, laden). [N 82 (1981)]
III-4-3
|