e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meers

Overzicht

Gevonden: 283
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
snijwonde veeg: ⁄n vêg in de vinger (Meers) snee in de vinger [N 07 (1961)] III-1-2
snoepgoed slok: neigt naar oe  sjlók (Meers) snoepgoed; Hoe noemt U: Zoetigheid, lekkernij, snoeperij, snoepgoed (mem, smul, lekker, lakker, snoep, lekkergoed, lekkerigheid, sneukelderij, snuisterij, kokerel, zoetigheid, grevegoed) [N 80 (1980)] III-2-3
snoepje babbelaar: babbəlèèr (Meers), babbeltje: bébbəlkə (Meers) snoepje; Hoe noemt U: Een stukje snoepgoed (babbeltje, snoepje) [N 80 (1980)] III-2-3
snotneus snotterpul: snoter pöl (Meers) snotneus [snooterbel, sjoetsnaas] [N 06 (1960)] III-1-4
snuifje snuifje: sjnŭŭfkə (Meers), snuufkə (Meers) lurken; Hoe noemt U: Hoorbaar zuigen aan een pijp (lurken) [N 80 (1980)] || snuifje; Hoe noemt U: Kleine hoeveelheid tabak die men in een keer opsnuift (snuifje, snuit, kees, prise) [N 80 (1980)] III-2-3
snuiftabak snuiftabak: sjnoeftabak (Meers) lurken; Hoe noemt U: Hoorbaar zuigen aan een pijp (lurken) [N 80 (1980)] III-2-3
soepvlees soepenvlees: sóppəvleisj (Meers), sóppəvlijs (Meers) soepvlees; Hoe noemt U: Mager vlees om soep van te koken (boelie, bouilli, soepvlees) [N 80 (1980)] III-2-3
sorteren met de hand omrapen: ǫmrāpǝ (Meers) Vroeger werden vaak de grote van kleine aardappelen gescheiden bij het rapen zelf op het veld; zie de toelichting bij het lemma Aardappelmand. Tegenwoordig worden de aardappelen op de boerderij gesorteerd; niet meer met de hand maar met een sorteermachine. Zie het lemma Sorteermachine. [N 12, 31; JG 1a, 1b gedeeltelijk, 1c, 2c; monogr.] I-5
sperwer duivenstoter: doevestueter (Meers) sperwer / havik (35 / 55 vrij ronde vleugels en lage staart; gestreepte onderkant, gele ogen; komen onverwachts laag aanvliegen en grijpen dan de verraste prooi; de kleine soort vaak op trek; s winters ook in stad en dorp; de grote broedt zeldzaam in g [N 09 (1961)] III-4-1
spetteren spetten: spèttə (Meers) sudderen; Hoe noemt U: Knetteren van de boter in de pan bij verhitting (snerken, sudderen) [N 80 (1980)] III-2-3