20543 |
suikerklontje |
klotje:
klötjə (Q015a Meers),
knopje suiker:
knöpkə sŏĕkkər (Q015a Meers)
|
klontje; Hoe noemt U: Een blokje suiker (klontje) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20627 |
tabak pruimen |
pruimen:
prŏĕmmə (Q015a Meers)
|
snuifje; Hoe noemt U: Kleine hoeveelheid tabak die men in een keer opsnuift (snuifje, snuit, kees, prise) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20577 |
tabakspruim |
pruim:
prŏĕm (Q015a Meers),
pruimpje:
prŭŭmkə (Q015a Meers),
rotzooi:
rotzooi (Q015a Meers),
sjiekje:
sjikskə (Q015a Meers)
|
pruimen; Hoe noemt U: Tabak kauwen (pruimen, sikken, sjikken) [N 80 (1980)] || pruimtabak; Hoe noemt U: Een pluk tabak, om op te kauwen of op te zuigen (chique, sik, sjik, pruim, karot, keesje, rol) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20589 |
tabakssap |
gorgelen:
gorgələ (Q015a Meers)
|
Hoe noemt U: Vuil water in een pijp (smierk, nerrik) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20485 |
trek, eetlust |
appetijt:
appətiet (Q015a Meers),
honger:
hongər (Q015a Meers),
trek:
e heel kort
treëk (Q015a Meers),
zin:
zinnə (Q015a Meers)
|
trek; Hoe noemt U: Zin in eten (trek, appertijt, appetijt, goesting, kop) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
28963 |
vademen |
(de/een) naald(e) invamen:
ǝn nǭltj envē̜mǝ (Q015a Meers)
|
Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.]
II-7
|
20594 |
vast |
te vast:
tə vast (Q015a Meers)
|
doorbakken; Hoe noemt U: Zwaar gebakken, gezegd van brood (derf, klut, klei, knoef, kluit) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20503 |
veel drinken |
zuipen:
zōēpə (Q015a Meers, ...
Q015a Meers)
|
drinken; Hoe noemt U: Veel en met graagte drinken (loeriën, leerzen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20497 |
veelvraat |
ene wat gulzig is:
ennə wat gulzəch is (Q015a Meers),
gulzigaard:
gulzəgaart (Q015a Meers),
gölzigərt (Q015a Meers),
vreetzak:
vrèètsak (Q015a Meers)
|
veelvraat; Hoe noemt U: Iemand die gulzig is, gulzigaard (vraat, fretter, veelvraat, doorjager) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20533 |
verhitten |
opwarmen:
opwèrmə (Q015a Meers)
|
verhitten; Hoe noemt U: Voedsel warm maken (loteren) [N 80 (1980)]
III-2-3
|