e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q099p plaats=Meerssen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krentenbrood krentenbrood: krèntebrâôd (Meerssen) krentenbrood [SGV (1914)] III-2-3
kreunen kermen: kerme (Meerssen) kreunen [SGV (1914)] III-1-4
kreupel lam: Het woord kreupel als zodanig bestaat volgens de informant niet. Wel r is unne kröppel.  lāām (Meerssen), Het woord kreupel wordt volgens de informant niet gebruikt.  laam (Meerssen) Kreupel - Kent men in uw dialect het volgende woord in dezelfde of een min of meer afwijkende vorm, zoals b.v. krepel naast kreupel. [DC 17 (1949)] III-1-2
krijgen krijgen: kriege (Meerssen) krijgen [SGV (1914)] III-3-1
kroeshaar kroezelhaar: krōēzelhaor (Meerssen) kroeshaar [N 10 (1961)] III-1-1
krom, met bochten krom: kromp (Meerssen), krômp (Meerssen) krom [SGV (1914)] || krom (kromp, slom) [DC 35 (1963)] III-4-4
kromme lat kromme lat: krom lat (Meerssen) Een gebogen lat die men gebruikt bij het tekenen en uitmeten van het patroon. Deze moet zo gebogen zijn dat daarlangs kanten van schoot en revers gemakkelijk getrokken worden. De lat is bij voorkeur gemaakt van een niet splinterende houtsoort (Gerritse, pag. 19). Zie afb. 4. [N 59, 3b] II-7
krommen krommen: krumme (Meerssen) krommen [SGV (1914)] III-4-4
krommen, ombuigen krommen: krumme (Meerssen), ombuigen: umbuige (Meerssen) krommen [SGV (1914)] || ombuigen [SGV (1914)] III-1-2
kroonluchter luchter: unne luchter (Meerssen) Een veelarmige lamp in de kerk, luchter, kroonluchter. [N 96A (1989)] III-3-3