e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q099p plaats=Meerssen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nagras, tweede hooioogst groe(n)maad: grōmǝnt (Meerssen) De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.] I-3
natuurlijke waterloop gelei: gǝlęi̯ (Meerssen) Natuurlijke, smal stromende waterloop. [N 27, 25; N 27, 24; A 2, 48; A 10, 21; A 20, 1d; A 20, 1c; AGV, m1; L 24, 17; L 24, 27; L 33, 10; L 37, 15; R I, 23; S 33; monogr.] I-8
nauw, eng eng: ing (Meerssen) nauw [SGV (1914)] III-4-4
navel navel: naavel (Meerssen), navel (Meerssen, ... ) navel [DC 02 (1932)] III-1-1
navelbandje navelbandje: navelbendsje (Meerssen) navelbandje [nagelbendje] [N 25 (1964)] III-2-2
nawort tweede treksel: twiǝdǝ tręksǝl (Meerssen) De vloeistof die de tweede keer uit het beslag gewonnen wordt. [N 35, 47; N 35, 40] II-2
neef neef: nèef (Meerssen), nêf (Meerssen), neen  nèf (Meerssen), nêf (Meerssen) neef; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van neven (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achterneven?) [DC 05 (1937)] III-2-2
neet, luizenei neet: neet (Meerssen) neet [SGV (1914)] III-4-2
negenoog negenoger: neugenuiger (Meerssen) negenoog, bloedzweer [SGV (1914)] III-1-2
nek nek: nak (Meerssen), nèk (Meerssen) nek [DC 01 (1931)] III-1-1