e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q099p plaats=Meerssen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oude man oude man: enen auwe man (Meerssen) oude [een ~ man] [SGV (1914)] III-3-1
oudejaarsavond oudejaarsavond: Auwejoarsaovend (Meerssen), awwejaorsjaovent (Meerssen, ... ) De avond van 31 december, oudejaarsavond, Sint Silvesteravond [aldejaorsaovond]. [N 96C (1989)] || Oudejaarsavond [silvesteraovent]. [N 06 (1960)] III-3-2
oudejaarsdag oudejaarsdag: awwejaorsjdaag (Meerssen) Oudejaarsdag. [N 06 (1960)] III-3-2
ouders ouders: auwers (Meerssen), auwersj (Meerssen), ouwers (Meerssen), ja  auwers (Meerssen), awwersj (Meerssen) ouders [SGV (1914)] || ouders; Komt dit woord in het dialect wel voor? [DC 05 (1937)] III-2-2
ouderwets ouderwets: auwerwèts (Meerssen) ouderwets [SGV (1914)] III-1-3
ovenpaal ovenschieter: ōvǝšētǝr (Meerssen) De ovenpaal is in de regel een ongeveer twee meter langer stok met een plat, rond, rechthoekig of tongvormig blad van hout of ijzer waarmee het in broodvorm opgemaakte deeg in de oven wordt geschoven. Meestal haalt men hiermee ook het gebakken brood uit de oven. Het blad loopt naar voren scherp toe om het inschieten van het brood te vergemakkelijken en vooral om bij het uittrekken de paal onder het brood te kunnen schuiven (Weyns blz. 34). Wat de woordtypen "rochelijzer", "haak", "schoffel" en mogelijk nog andere betreft moet men heel waarschijnlijk aan andersoortig gereedschap denken waarmee men toch het brood uit de oven kan halen. Zie afb. 22. [N 29, 45b; RND 57; L 40, 13a; A 44, 22; OB 2, 2d; OB 2, 2e; mat. S -daaronder valt wat A. Stevens in zijn artikel ''Zwaaide, een zuidoost-nederlandse dialektbenaming voor de broodschieter of ovenpaal'' noemt "mat. S, P, C en G"; monogr.] II-1
overall overall (eng.): overal (Meerssen) overall, werkpak uit één stuk [N 23 (1964)] III-1-3
overhandsen, omslingeren omslingeren: ømšleŋǝrǝ (Meerssen) Overhandsen is bij elke steek de draad over de zoom toehalen, terwijl omslingeren het rafelen moet voorkomen. Voor overhandsen en omslingeren wordt wel dezelfde steek gebruikt, maar er zijn toch verschillen. Bij overhandsen is er sprake van twee lagen of twee stukken stof, bij omslingeren is er slechts sprake van één stuk stof; bij overhandsen is er sprake van het aan elkaar bevestigen van twee delen, bij omslingeren van beveiligen van de stofrand tegen uitrafelen. Beide begrippen zijn in dit lemma ondergebracht. [N 59, 66; N 59, 65; N 59, 67; N 62, 15a; N 62, 15b; N 62, 15c; Gi 1.IV, 30] II-7
overhemd overhemd: euverhumme (Meerssen) overhemd [ingels hemd, sporthemd, frontj] [N 23 (1964)] III-1-3
overhemd met boord overhemd: euverhumme (Meerssen) het overhemd met boord [N 59 (1973)] III-1-3