e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q099p plaats=Meerssen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pap pap: pap (Meerssen, ... ) brij [SGV (1914)] || pap [DC 35 (1963)] III-2-3
papier papier: papier (Meerssen) papier [SGV (1914)] III-3-1
paradijs paradijs: ut paredies (Meerssen) Het Paradijs [et paredies]. [N 96D (1989)] III-3-3
paraplu paraplu: pareplu (Meerssen) paraplu [N 23 (1964)] III-1-3
parel parel: parel (Meerssen) parel [SGV (1914)] III-1-3
parochie parochie: ein perochie (Meerssen) Een parochie. [N 96D (1989)] III-3-3
pasband zelfkant: zęlfkant (Meerssen) Linnen bandje dat in een kledingstuk wordt meegenaaid om uitrekken te voorkomen. [N 59, 41; MW] II-7
pasen pasen: Paosche (Meerssen) Pasen [Paoësje, Oeëster]. [N 96C (1989)] III-3-3
paskoord gimp: gem (Meerssen) Met katoen omspannen metaaldraad die ter versterking van het knoopsgat strak en vlak langs de snede van het knoopsgat wordt vastgenaaid. Zie afb. 1. [N 59, 8] II-7
paskoordnaald gim: gem (Meerssen) Tijdens het bevestigen van het paskoord rondom het te maken knoopsgat gebruikt men de paskoordnaald om het paskoord aan te hechten en strak en vlak langs de snede van het knoopsgat te spannen (Papenhuyzen III, pag. 17). De paskoordnaald is 6 à 8 cm lang en loopt naar het oog wat dik toe. Het oog is flink groot, omdat het paskoord erdoorheen moet (idem, pag. 12). Zie afb. 10. [N 59, 12] II-7