20558 |
pap |
pap:
pap (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen)
|
brij [SGV (1914)] || pap [DC 35 (1963)]
III-2-3
|
21126 |
papier |
papier:
papier (Q099p Meerssen)
|
papier [SGV (1914)]
III-3-1
|
23900 |
paradijs |
paradijs:
ut paredies (Q099p Meerssen)
|
Het Paradijs [et paredies]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18194 |
paraplu |
paraplu:
pareplu (Q099p Meerssen)
|
paraplu [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18395 |
parel |
parel:
parel (Q099p Meerssen)
|
parel [SGV (1914)]
III-1-3
|
23283 |
parochie |
parochie:
ein perochie (Q099p Meerssen)
|
Een parochie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
28840 |
pasband |
zelfkant:
zęlfkant (Q099p Meerssen)
|
Linnen bandje dat in een kledingstuk wordt meegenaaid om uitrekken te voorkomen. [N 59, 41; MW]
II-7
|
23231 |
pasen |
pasen:
Paosche (Q099p Meerssen)
|
Pasen [Paoësje, Oeëster]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
28861 |
paskoord |
gimp:
gem (Q099p Meerssen)
|
Met katoen omspannen metaaldraad die ter versterking van het knoopsgat strak en vlak langs de snede van het knoopsgat wordt vastgenaaid. Zie afb. 1. [N 59, 8]
II-7
|
28883 |
paskoordnaald |
gim:
gem (Q099p Meerssen)
|
Tijdens het bevestigen van het paskoord rondom het te maken knoopsgat gebruikt men de paskoordnaald om het paskoord aan te hechten en strak en vlak langs de snede van het knoopsgat te spannen (Papenhuyzen III, pag. 17). De paskoordnaald is 6 à 8 cm lang en loopt naar het oog wat dik toe. Het oog is flink groot, omdat het paskoord erdoorheen moet (idem, pag. 12). Zie afb. 10. [N 59, 12]
II-7
|