e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q099p plaats=Meerssen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
paspop paspop: paspop (Meerssen) Pop waarop men gemaakte kleren past. Er zijn verschillende soorten paspoppen, bijv. harnassen van metalen ringetjes die van voren of van achteren kunnen worden gesloten of pasvormen van geprepareerd papier of karton (Morand, pag. 35). Er bestaan echter ook standaard-paspoppen, zowel voor mannen, vrouwen als kinderen. [N 59, 33] II-7
passen passen: pasǝ (Meerssen) Een kledingstuk passen om te zien of het goed zit en de juiste maat heeft. [N 59, 73; N 62, 8; L 48, 1; monogr.] II-7
passiezondag passiezondag: Passie Zoondich (Meerssen) De vijfde zondag van de vasten, de voorlaatste zondag vóór Pasen. [N 96C (1989)] III-3-3
passpiegel passpiegel: pasšpēgǝl (Meerssen) Grote spiegel waarin men zich helemaal kan zien, ten voeten uit. [N 59, 34] II-7
pastoor pastoor (<lat.): de pestwar (Meerssen), pəsjtu.ar (Meerssen) Een pastoor, het geestelijk hoofd van een parochie [pestoeër]. [N 96D (1989)] || pastoor [RND] III-3-3
pastorie pastorie: de pastorie (Meerssen), pasterie (Meerssen) Het woonhuis van de pastoor, pastorie. [N 96D (1989)] || pastorie [SGV (1914)] III-3-3
patates frites friet: friet (Meerssen) de staafjes aardappel die in vet gebakken en ook wel in zakjes verkocht worden? [DC 46 (1971)] III-2-3
pateen pateen (<fr.): pateen (Meerssen) De pateen, gouden schaaltje op de kelk [patieën?]. [N 96B (1989)] III-3-3
pater pater (lat.): pa:tər (Meerssen), unne paater (Meerssen) Een ordegeestelijke, lid van een orde of congregatie, een pater [paâter]. [N 96D (1989)] || pater [RND] III-3-3
pater van de heilige geest franse paters: de franse paaters (Meerssen) De Paters van de H. Geest [Frânse paaters]. [N 96D (1989)] III-3-3