e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q099p plaats=Meerssen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
snotneus snotsnaas: sjnótsnaas (Meerssen), (korte oo-klank).  snōtsnaas (Meerssen), snotternaas: sjnŏŏtenaas (Meerssen) snotneus [snooterbel, sjoetsnaas] [N 06 (1960)] III-1-4
snottebel snotskekel: WNT: kekel, 1) IJskegel, ijspegel.  sjnotskeekel (Meerssen) neus: snottebel [snotkeekel, snotkikkel, snotkiekje, snotneus, snottebrel] [N 10 (1961)] III-1-2
snuifje snuif: snoef (Meerssen) snuifje; Hoe noemt U: Kleine hoeveelheid tabak die men in een keer opsnuift (snuifje, snuit, kees, prise) [N 80 (1980)] III-2-3
snuit snoets: sjnoets (Meerssen), snuit: snoet (Meerssen), snuits: sjnoets (Meerssen), sjnōēts (Meerssen) gezicht, gelaat: spotbenamingen [N 10 (1961)] || Mond. Houd je mond toch [DC 01 (1931)] || Snuit [SGV (1914)] III-1-1, III-4-2
snurken snurken: sjnörke (Meerssen) snurken [snorke, ronke] [N 10 (1961)] III-1-2
sobriëtas mariavereniging: maria vereiniging (Meerssen) De R.K. vereniging ter bestrijding van het drankmisbruik (Mariavereniging, Sobriëtas). [N 96D (1989)] III-3-3
soda soda: soda (Meerssen, ... ) de witte stof, die door kruideniers en drogisten wordt verkocht in poedervorm en die gebruikt wordt om de was uit te koken, om hard water zacht te maken en in een bad waarvan men b.v. een zwerende vinger onderdompelt? (soda) [DC 15 (1947)] III-2-1
soep sop: sop (Meerssen) soep [SGV (1914)] III-2-3
soepkip soephen: sòphin (Meerssen) kip in water gekookt [N 37 (1971)] III-2-3
soepvlees soepenvlees: soppe vleisje (Meerssen) soepvlees; Hoe noemt U: Mager vlees om soep van te koken (boelie, bouilli, soepvlees) [N 80 (1980)] III-2-3