e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q099p plaats=Meerssen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stiksteek stiksteek: štekštēk (Meerssen) Fijne, rechte steek. De stiksteek verbindt twee delen aan elkaar. Hij is een achtersteek, die van boven één steeklengte terug en van onderen steeds twee steeklengtes voorwaarts wordt gestoken. De steken volgen elkaar met onzichtbare tussenruimtes op. Zie afb. 32. [N 59, 54; N 62, 9; N 62, 16a; L 31, 46] II-7
stikzijde stikzij(de): štekzi (Meerssen) Zijdegaren om mee te stikken of te naaien. [N 59, 7c; N 59, 7a; N 62, 57] II-7
stobbe stomp: štomp (Meerssen), vot: vǫt (Meerssen) Stronk van een gekapte boom die met het wortelstelsel nog in de grond zit. [N 50, 7e; N 75, 87c; A 45, 35; N 16, add.; monogr.] II-12
stoel stoel: štōl (Meerssen) stoel [SGV (1914)] III-2-1
stoelen op het priesterkoor koorstoelen: kwarsjteul (Meerssen) De stoelen op het priesterkoor [koeërsjteul?]. [N 96A (1989)] III-3-3
stoep stoep: sjtop (Meerssen), sjtôp (Meerssen) stoep [SGV (1914)] || stoep, trottoir; hoe noemt men in uw woonplaats de stoep of het trottoir langs een straat? [DC 47 (1972)] III-3-1
stoep, trottoir stoep: sjtôp (Meerssen) stoep [SGV (1914)] III-2-1
stof stub: schtöp (Meerssen), sjtup (Meerssen), sjtöb (Meerssen) stof [DC 23 (1953)], [SGV (1914)] III-2-1
stof, zandx stub: sjtöb (Meerssen, ... ) stof [SGV (1914)] III-4-4
stofblik blik: bleek (Meerssen), blik (Meerssen), handburstel met bleek (Meerssen), blikje: blēkskə (Meerssen), blikske (Meerssen), drekblad: drekblaad (Meerssen, ... ), troffeltje: truffelkĕ en handbeurschtel (Meerssen), truffĕlkĕ (Meerssen) blik (van stoffer en ~) [SGV (1914)] || stofblik [DC 15 (1947)] || stoffer en blik samen [DC 15 (1947)] III-2-1