e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q099p plaats=Meerssen

Overzicht

Gevonden: 3341
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een ziekte onder de leden hebben get op zich hebben: er héét get op zich (Meerssen) ziekte onder de leden hebben [N 10 (1961)] III-1-2
eend eend: ē̜ŋ (Meerssen) [JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 18; S 49; L 1a-m; NE II, 55; Vld.; L A1, 48; monogr.] I-12
eendenhok eendenkouw: ēŋǝkǫu̯ (Meerssen), ē̜ ̞njǝkǫu̯ (Meerssen) Afgeschotte ruimte in de stal, doorgaans vlak bij de kippenkooi, waar men eenden houdt. [A 10, 9j] I-6
eenvoudig eenvoudig: envoudig (Meerssen) eenvoudig [SGV (1914)] III-1-4
eerlijk eerlijk: ejrlek (Meerssen) eerlijk: Jullie moeten die snoepjes - delen [DC 39 (1965)] III-1-4
eerste baardharen duivelsharen: dūūvelshaore (Meerssen) baardharen, eerste ~ [muggebeen, duivelshaar] [N 10 (1961)] III-1-1
eerste communie eerste communie (<lat.): de eirschte kommunie (Meerssen) De eerste H. Communie. [N 96D (1989)] III-3-3
eerste mis van de neomist eerste mis: de ieëschte mès (Meerssen) De eerste H. Mis van de Neomist in de parochie van herkomst [priemiets, ieësjte maes]. [N 96D (1989)] III-3-3
eerste pas eerste pas: eɛrštǝ pas (Meerssen), rauwe pas: ruwǝ pas (Meerssen) De eerste, ruwe pas waarvoor het colbert geheel in elkaar moet worden geregen zonder voering. Volgens de informant van K 361 is er maar één pas. [N 59, 76a] II-7
eerste zondag van de vasten eerste zondag: eirste zoondich (Meerssen) De eerste zondag van de vasten (Fakkelzondag, walmenzondag). [N 96C (1989)] III-3-3