| 24988 |
heen en weer (bewegen) |
heen en weer:
er löp heen en weer (Q099p Meerssen),
op en af:
er löp op en aaf (Q099p Meerssen),
obbenaaf (Q099p Meerssen),
op en aaf (Q099p Meerssen)
|
heen en weer lopen [op en aaf lope] [N 07 (1961)]
III-4-4
|
| 21285 |
heer |
heer:
hi.ər (Q099p Meerssen)
|
heer [RND]
III-3-1
|
| 24607 |
heermoes |
kattestaart:
katǝštart (Q099p Meerssen),
paard(s)staart:
pēršstart (Q099p Meerssen),
pɛrtštart (Q099p Meerssen),
paardsstaart:
-
peerschtart (Q099p Meerssen),
e als in franse père, ook fon.
pertsjtart (Q099p Meerssen),
vossestaart:
vǫsǝštart (Q099p Meerssen)
|
Equisetum arvense L. [DC 17 (1949)] || Equisetum arvense L. Zeer algemeen voorkomend onkruid uit de paardestaart-familie (Equisetum L.) op bouwland, grasland, tuinen en bermen met een rechtopstaande holle stengel, die geleed is en gemakkelijk uiteen te trekken. Op de grens van de afzonderlijke leden bevindt zich een krans van schubben, die de bladeren vertegenwoordigen. Deze sporenplant bloeit van april tot mei en varieert in hoogte van 10 tot 80 cm. In het algemeen bekender onder de familienaam paardestaart. L 214a: "De volksmond zegt dat onderaan de wortel van de katǝstart een gouden knøpkǝ zit." L 250: "Gedroogde blaadjes worden als medicinale thee gebruikt bij pijnlijke urinelozing." De samenstellingen met -staarts zijn verschoven vormen van staart; vergelijk het lemma Ploegstraat in aflevering I.1, blz. 62. [A 17, 5; A 49B, 4; monogr.]
I-5, III-4-3
|
| 18015 |
hees, schor |
hees:
heisj (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen)
|
hees [SGV (1914)] || schor, schor zijn [ruigsen, hees, gees zijn] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
| 24168 |
heggenmus |
fauvette:
foovèt (Q099p Meerssen),
heggenmus:
heggemösch (Q099p Meerssen)
|
Hoe heet de heggemusch? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
| 23208 |
heilig |
heilig:
hèlig (Q099p Meerssen),
hèllig (Q099p Meerssen)
|
heilig [SGV (1914)] || Heilig [hèllig, hillig]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 23795 |
heilig graf |
heilig graf:
Heilig Graaf (Q099p Meerssen)
|
De plaats, het rustaltaar waar op Witte Donderdag de geconsacreerde Hostie bewaard wordt, het H. Graf. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
| 23395 |
heilig hartbeeld |
heilig hartbeeld:
e heilig hartbeelt (Q099p Meerssen),
heilighartbeelt (Q099p Meerssen)
|
Een beeld van Jezus die zijn hart toont (H.Hart). [N 96A (1989)] || H.Hartbeeld. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23741 |
heilig hartlampje |
heilig hartlampje:
e heilig hartlempke (Q099p Meerssen)
|
Het altijd brandend electrisch devotielichtje bij het H.Hartbeeld [H.Hartlemp-ke?. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23745 |
heilig hartscapulier |
heilig hartscapulier:
e heilig hartsjabbeleer (Q099p Meerssen)
|
Een H.Hart-scapulier. [N 96B (1989)]
III-3-3
|