18566 |
jacquetpak |
jacquet (<fr.):
sjekèt (Q099p Meerssen),
zjakkèt (Q099p Meerssen)
|
het jacquet-costuum [N 59 (1973)] || jacquetkostuum, bestaande uit zwarte slipjas, vest en gestreepte broek [sjeket, seket] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
25724 |
jager |
emmer:
ømǝr (Q099p Meerssen
[(34a)]
),
pan:
pan (Q099p Meerssen
[(34a)]
)
|
De (koperen) emmer aan een lange of korte steel, eventueel in de vorm van een groot soort lepel, of de kruik of kan met een schenkrand of schenktuit waarmee men heet water op het moutmeel in de beslagkuip brengt (vraag N 35, 34a), wort naar de wortelketel transporteert (vraag N 35, 34b) en gekookte wort naar de koelbakken of andere installaties voert (vraag N 35, 34c). Achter het plaatsnummer is tussen haakjes opgenomen voor welke vraag/vragen het antwoord van de desbetreffende plaats geldt. In L 325 en P 180 gebruikt men een koperen emmer. Zie ook afb. 6. [N 35, 34a; N 35, 34b; N 35, 34c; monogr.]
II-2
|
18560 |
jagersjas |
plooi in de rug:
[antwoord ingegeven door vraagstelling, rk]
ploj in de rök (Q099p Meerssen)
|
groene jas met een plooi in de rug [N 59 (1973)]
III-1-3
|
18259 |
jak |
jak:
jak (Q099p Meerssen),
kazavek:
kasjevek (Q099p Meerssen),
kazavekje:
kasjevekske (Q099p Meerssen)
|
jak [SGV (1914)] || vrouwenjak, kort jasvormig getailleerd bovenkledingstuk [jak, baskien, bollero, zeelewermer, kasjevek] [N 23 (1964)] || vrouwenjak, lang ~ [kapoot, kasjevek] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18996 |
jaloers |
jaloers:
sjeloes (Q099p Meerssen)
|
jaloersch [SGV (1914)]
III-1-4
|
19039 |
jammer |
jammer:
⁄t is jao:mer (Q099p Meerssen, ...
Q099p Meerssen),
zonde:
t⁄is zung (Q099p Meerssen),
⁄t is zung (Q099p Meerssen)
|
jammer [zund] [N 07 (1961)]
III-1-4
|
22435 |
jarig zijn |
jarig zijn:
hee is joarig (Q099p Meerssen),
hee is joeurig (Q099p Meerssen),
hê is jaörig (Q099p Meerssen)
|
Hij is morgen jarig. [DC 02 (1932)]
III-3-2
|
18336 |
jarretelle |
jarretelle (fr.):
sjertels (Q099p Meerssen)
|
jarretels, bandjes aan corset of gordel waaraan de kousen worden vastgeknoopt [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18193 |
jas: algemeen |
jas:
jas (Q099p Meerssen),
jes (Q099p Meerssen)
|
jas [SGV (1914)] || jassen (mv.) [SGV (1914)]
III-1-3
|
18704 |
jasje van het mantelpak |
jasje:
jeske van het mantelpekske (Q099p Meerssen)
|
jasje van het mantelpak [N 23 (1964)]
III-1-3
|