e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meerssen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lichaamskracht macht: mach (Meerssen, ... ) lichaamskracht (kracht die een zieke geleidelijk verspeelt) [macht, maacht] [N 10 (1961)] III-1-2, III-1-4
lichaamsvocht leewater: leewater (Meerssen) leewater [SGV (1914)] III-1-2
licht bier jong bier: jǫŋk bēr (Meerssen) Bier dat gebrouwen is uit lichte mout. Volgens de invuller uit L 325 had het "lagerbier" een alcoholpercentage van 6,3 procent, terwijl de zegsman uit Q 99 opmerkt dat het "jong bier" een percentage van 5 procent bevatte. De respondent uit L 210 vermeldt dat het "lagerbier" een laag stamwortgehalte bezat. [N 35, 97; monogr.] II-2
licht verkouden een beetje verkouden: ein bitsje verkawwen (Meerssen) Lichte verkoudheid. Gebruikt men afzonderlijke benamingen voor een zware en lichte verkoudheid [DC 27 (1955)] III-1-2
lichte overjas gabardine (fr.): gaaberdien (Meerssen), seizoensjas: sezoensjas (Meerssen, ... ) een jas die men over het colbert heen draagt [N 59 (1973)] || jas in het algemeen [kölder, frak, palleto, rok, pit, kazak] [N 23 (1964)] III-1-3
lichtgeraakt, kregel gauw getreden: gauw getrooje (Meerssen), knoterachtig: knooterechtig (Meerssen) kregel [SGV (1914)] || lichtgeraakt [SGV (1914)] III-1-4
lidmaat, ledematen lid, leden: e leet (Meerssen) ledematen, lidmaat [N 10 (1961)] III-1-1
lied, liedje lied: e leeht (Meerssen), liedje: le:tsjə (Meerssen), leedsje (Meerssen), leehtsje (Meerssen) lied [GTRP (1980-1995)], [SGV (1914)] || liedje [GTRP (1980-1995)], [RND] III-3-2
liederen (mv.) liedjes: leedsjes (Meerssen) liederen (mv.) [SGV (1914)] III-3-2
liefde liefde: leefde (Meerssen, ... ) liefde [SGV (1914)] III-1-4, III-3-1