e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meerssen

Overzicht

Gevonden: 3345
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blaffen blaffen: blaffe (Meerssen) blaffen [SGV (1914)] III-2-1
blauwe bosbes aalbeer: -  aalbere (Meerssen, ... ), oa = Eng. board  oalbere (Meerssen, ... ), aalber: aolber (Meerssen), oalber (Meerssen) blauwe bosbes [DC 13 (1945)] || bosbes, alg. [Roukens 03 (1937)] || boschbes [SGV (1914)] III-4-3
blauwe reiger, reiger reiger: reiger (Meerssen) reiger [SGV (1914)] III-4-1
blauwe vleesvlieg, bromvlieg bromvlieg: bromvleeg (Meerssen), vleesvlieg: vleisjvleeg (Meerssen, ... ) bromvlieg (legt eieren in geslacht vlees) [DC 18 (1950)] III-4-2
blazen blazen: bloze (Meerssen), scheef liggen: šęjf legǝ (Meerssen) blazen [DC 37 (1964)] || Oneffen liggen, van kleding gezegd. [N 59, 189] II-7, III-1-1
bleek bleek: blēīk (Meerssen), héé zut bleik oet (Meerssen) bleek [SGV (1914)] || bleek (hij ziet er bleek uit) [N 37 (1971)] III-1-2
bleek, flets zien bleek uitzien: héé zut bleik oet (Meerssen) bleek (hij ziet er bleek uit) [N 37 (1971)] III-1-2
bleke steen bleke brik: blęjkǝ brek (Meerssen) Metselsteen die onvoldoende doorbakken is. [N 98, 165; S 37; monogr.; N 30 add.] II-8
blij blij: bliĕj (Meerssen) blij [SGV (1914)] III-1-4
blijven wachten blijven: blieve (Meerssen) blijven [DC 37 (1964)] III-4-4