e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meerssen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sterven hemelen gaan: hemelen goon (Meerssen, ... ), sterven: sjterve (Meerssen), štɛrvə (Meerssen) sterven [DC 38 (1964)], [SGV (1914)] || sterven, doodgaan, hemelen gaan [sjterreve, hiemmelejoaë] [N 96D (1989)] III-2-2
steunpaal voor opgeslagen hoogkar stijp: štip (Meerssen) Lange steunpaal welke men plaatst onder de berries van een opgeslagen hoogkar. [N 17, 82] I-13
stiefdochter stiefdochter: sjteefdochter (Meerssen), steefdochter (Meerssen, ... ) stiefdochter [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefkinderen stiefkinder: sjteefkinger (Meerssen), steefkinger (Meerssen, ... ) stiefkinderen [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefmoeder stiefmoeder: sjteefmoder (Meerssen), steefmooder (Meerssen, ... ) stiefmoeder [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefouders stiefouders: sjteefawwersj (Meerssen), steefauwers (Meerssen, ... ), steefouwers (Meerssen) stiefouders [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefvader stiefvader: sjteefvader (Meerssen), steefvader (Meerssen, ... ) stiefvader [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefzoon stiefzoon: sjteefzoon (Meerssen), steefzoon (Meerssen, ... ) stiefzoon [DC 05 (1937)] III-2-2
stiekem achterrugs: achterröks (Meerssen), heimelijk: hĕĭmelijk (Meerssen), stiekem: sjtiekem (Meerssen), sjtiĕkem (Meerssen), sjtikkem (Meerssen), stilletjes: sjtillekes (Meerssen, ... ) achterbaks [SGV (1914)] || geniepig [SGV (1914)] || heimelijk, stiekem, in het geniep [stilles] [N 07 (1961)] III-1-4
stier duur: dø̄r (Meerssen), stier: štīr (Meerssen) Mannelijk, niet gecastreerd rund. [JG 1a, 1b; A 4, 12; Gwn V, 1; L 7, 46; L 14, 14; L 20, 12; R 3, 38; S 35; Wi 14; monogr.; add. uit N 3A, 15] I-11