17680 |
teen |
teen:
tieèn (Q099p Meerssen),
tjèn (Q099p Meerssen),
têêîn (Q099p Meerssen),
têêîne (Q099p Meerssen)
|
teen [SGV (1914)] || teen (toon) [DC 01 (1931)] || tenen [SGV (1914)]
III-1-1
|
21208 |
telegram |
telegram:
telegram (Q099p Meerssen)
|
telegram [SGV (1914)]
III-3-1
|
32965 |
telen, verbouwen |
trekken:
trękǝ (Q099p Meerssen)
|
Het voor gebruik tot ontwikkeling brengen van een gewas. Zie ook de meer specifieke lemma''s ''zaaien'' (2.1) en ''poten, planten'' in aflevering I.5. Voor twachten zie Rutten, Haspengouwsch Idioticon 239: "winnen van zaad". [N Q, 9; L 1 a-m; S 20; Wi 43; monogr.]
I-4
|
23638 |
ten offer gaan |
ten offer gaan:
ten offer goan (Q099p Meerssen)
|
De offergang maken, ten offer gaan. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
17632 |
tepel |
deem:
dēm (Q099p Meerssen),
tepel:
tepel (Q099p Meerssen),
tet:
tèt (Q099p Meerssen)
|
[L 49, 6b; A 30, 6b; Ge 1, 6b]Welk woord bezigt men voor de tepel van een vrouwenborst? [DC 43 (1968)]
I-12, III-1-1
|
34452 |
tepel van een geit |
deem:
dēm (Q099p Meerssen)
|
[L 49, 6c; A 30, 6c; Ge 1, 6c; monogr.]
I-12
|
24069 |
teraardebestelling |
begrafenis:
de begreffenis (Q099p Meerssen)
|
De teraardebestelling. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
29038 |
teruglopen |
teruglopen:
trø̜klǫwpǝ (Q099p Meerssen)
|
Het teruglopen van de bij het dresseren ingeperste ruimte. [N 59, 81c]
II-7
|
18127 |
tetanus |
klem:
de klem (Q099p Meerssen)
|
Als in een wondje straatvuil komt, kan er een infectieziekte ontstaan. De wetenschappelijke naam van die ziekte is Tetanus. Hoe noemt men die ziekte in uw dialect? [DC 60 (1985)]
III-1-2
|
19781 |
thuis |
thuis:
toes (Q099p Meerssen)
|
thuis [SGV (1914)]
III-2-1
|