e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meerssen

Overzicht

Gevonden: 3345
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
cavalier liefste: leefste (Meerssen) Cavelier [SGV (1914)] III-3-1
cel cel: cel (Meerssen) Zeshoekige opening in de raat. De cel dient voor het uitbroeden van de larven of voor het bergen van honing en stuifmeel. De wijdte tussen de evenwijdige wanden wisselt naar de bijensoort en de ouderdom der raat van 4,74 mm tot 5,50 mm. De normale diepte is 12 mm maar ze kan ook wat minder zijn. [L 1a-m; S 3; Ge 37, 56] II-6
cervelaatworst droogworst: drwègwoorsj (Meerssen), dwrègwoorsj (Meerssen), dwrègwursj (Meerssen), korte e-klank  drwegwoorsj (Meerssen) droogworst [N 06 (1960)] III-2-3
chagrijn chagrijn: sjagring (Meerssen) chagrijn [SGV (1914)] III-1-4
ciborie ciborie (<lat.): siborie (Meerssen) Een ciborie, grote kelk met deksel, waaruit de Communie wordt uitgedeeld [tsieboriejoem?]. [N 96B (1989)] III-3-3
cichorei suikerij: sôkerij (Meerssen) cichorei [SGV (1914)] III-2-3
cirkel, kring cirkel: sirkel (Meerssen), kring: krink (Meerssen) cirkel [SGV (1914)] || kring [SGV (1914)] III-4-4
cocon larve: larf (Meerssen), pop: pupke, pop (Meerssen), pöp (Meerssen, ... ) cocon [DC 18 (1950)] || pop, coconrups [DC 18 (1950)] III-4-2
colbert met twee rijen knopen tweerijenjas: twiè-rieje jas (Meerssen) een colbert met twee rijen knopen [N 59 (1973)] III-1-3
colbert met één rij knopen eenrijenjas: einrieje jas (Meerssen) een colbert met een rij knopen [N 59 (1973)] III-1-3