e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Meerssen

Overzicht

Gevonden: 3345
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een huis huren huren: heure (Meerssen), hø&#x0304rə (Meerssen) een huis huren [DC 35 (1963)] || huren [SGV (1914)] III-2-1
een kruisje geven een kruisje geven: e kruuske geve (Meerssen) Een kind voor het slapen gaan met de duim een kruisje geven op het voorhoofd. [N 96B (1989)] III-3-3
een kruisje op het brood maken een kruis maken onder de mik: e kruus oonder ut mik maake (Meerssen) Het gebruik om een brood met het mes te bekruisen, voordat men het aansnijdt; men maakte met het broodmes een kruisje aan de onderkant van het brood [n kruuske ónder de mik maake?]. [N 96B (1989)] III-3-3
een kruisteken maken n kruus maake: e kruus make (Meerssen) Een kruisteken maken/slaan, zich bekruisen, zich zegenen [zich bekruuse [N 96B (1989)] III-3-3
een lelijk gezicht trekken snuitsen trekken: sjōētse sjnieje (Meerssen) grijnzen, een lelijk gezicht trekken [greeze, nen toot zette, snuit trekke, grimas maken] [N 10 (1961)] III-1-4
een paar schoenen een paar schoenen: e paar schoon (Meerssen) schoenen, paar ~ [N 24 (1964)] III-1-3
een paar sokken sokken: zòkke (Meerssen) kousen, paar ~ [zök, zökke] [N 24 (1964)] III-1-3
een rozenhoedje bidden rozenkrans beden: de rwazzekrans bèèje (Meerssen) Een Rozenhoedje bidden [de roozekrans bèèje, ziech der roeëzekrans beëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
een sloot uitdiepen uitdiepen: ūtdēpǝ (Meerssen), uitgraven: ūtgrāvǝ (Meerssen) Het uitdiepen of het op diepte houden van een sloot met behulp van een schop, hak, riek, krabber en een zeis. [A 10, 21; N 18, add.; monogr.] I-8
een verkoudheid hebben een kou te pakken hebben: ich heb n kauw te pakken (Meerssen), ich hub ein kaw te pakken (Meerssen), het te pakken hebben: ich hub t te pakke (Meerssen), ich hub t te pakken (Meerssen) Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)] III-1-2