33790 |
geslachtsorgaan van de hengst als geheel |
gemecht:
gǝmɛx (Q099p Meerssen)
|
[JG, 1b; N 8, 36 en 37b]
I-9
|
23491 |
gesloten kapelletje? |
gesloten kapelletje:
e gesjlote kepelke (Q099p Meerssen)
|
Een kapelletje waar men niet in kan, waarin achter traliewerk een kruis of een beeld staat. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
34305 |
gesneden mannelijk varken |
berg:
bɛrx (Q099p Meerssen),
bɛ̄rx (Q099p Meerssen)
|
Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12]
I-12
|
34309 |
gesneden vrouwelijk varken |
gegeltst varken:
gǝgēls vɛrkǝ (Q099p Meerssen)
|
Uit de antwoorden blijkt dat gelt verschillende betekenissen kan hebben. Er zijn informanten (K 278, L 421, 422, 423, Q 197, 211) die zeggen dat het snijden van een vrouwelijk varken ter plekke onbekend is. Het onvruchtbaar maken bestond uit het doorknippen van de eileiders. [N 19, 9; A 4, 4c; L 20, 4c; L 37, 49e; JG 1b; L 37, 49f; monogr.]
I-12
|
18254 |
gesp |
gesp:
gesp (Q099p Meerssen),
gespel:
géspel (Q099p Meerssen),
kramschoen:
[toel.]
kremsjoon (Q099p Meerssen)
|
de gesp aan de broek [N 59 (1973)] || gesp [schoenen m.e. ~ ] [SGV (1914)] || sluitgesp, haak aan de tailleband van een broek [sjnal, boksesnal, gasp, gespel] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18696 |
gesteven voorstuk van een overhemd |
bleek:
bleik (Q099p Meerssen)
|
voorstuk, gesteven ~ van een overhemd [fruntje, plastron] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
23515 |
gestichte mis |
gestichte mis:
gesjtichte mès (Q099p Meerssen)
|
Een gestichte H. Mis. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18543 |
gestreepte broek |
fantasiebroek:
fantaziebrook (Q099p Meerssen),
gestreepte broek
fantaziebrook (Q099p Meerssen),
streepjesbroek:
sjtreepkesbrook (Q099p Meerssen),
strepen broek:
gestreepte broek Van Dale: II. strepen (bn.), <gew.> van gestreepte stof: een strepen rok.
sjtreepebrook (Q099p Meerssen),
Van Dale: II. strepen (bn.), <gew.> van gestreepte stof: een strepen rok.
sjtreepebrook (Q099p Meerssen)
|
broek, gestreepte ~ van jacquet of kort zwart pak [striepkesboks] [N 23 (1964)] || de gestreepte broek van het jacquet [N 59 (1973)] || zwarte pak, bestaande uit korte jas, vest en gestreepte broek [N 59 (1973)]
III-1-3
|
18519 |
getailleerd colbert |
getailleerde (<fr.) jas:
getaljeerde jas (Q099p Meerssen)
|
een getailleerd colbert [N 59 (1973)]
III-1-3
|
18559 |
getailleerde jas |
geklede jas:
de gekleide jas (Q099p Meerssen),
de gekleijde jas (Q099p Meerssen)
|
geklede jas met taillenaad [N 59 (1973)]
III-1-3
|