e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L424p plaats=Meeswijk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verkouden (het heeft het) snot: snǫt (Meeswijk), ik heb een verkoudheid opgelopen of ik heb een kou te pakken. worden er ook uitdrukkingen gebruikt waarin verkouden of verkoudheid ontbreekt, als b.v. ik heb he: ich ben verkaud (Meeswijk), verkoud: ich ben erg verkaud (Meeswijk), ich ben get verkaud (Meeswijk), vǝrkau̯t (Meeswijk) Een ontsteking van het neusslijmvlies. [JG 1b; N 8, 89; N 52, 24 en 25; monogr.] || Gebruikt men afzonderlijke benamingen voor een zware en lichte verkoudheid? [Lk 05 (1955)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben verkouden [Lk 05 (1955)] I-9, III-1-2
verlegen (zijn) verlegen: vərlêêgə (Meeswijk) verlegen III-1-4
verliezen verliezen: vərlēzə (Meeswijk, ... ) Verliezen. III-3-1, III-3-2
verlopen verlopen: (de koe heeft) ˲fǝrlǫu̯pǝ (Meeswijk) Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a] I-11
vermicelli vermicelle (fr.): vɛrməšeͅl (Meeswijk) vermicelli III-2-3
vermoeden presumeren: prizzəmeerə (Meeswijk) vermoeden, gissen III-1-4
verpieteren verzauwelen: bv. koffie  vərzāwələ (Meeswijk) smakeloos worden door te lang staan III-2-3
verpulveren verpulveren: verpulveren (Meeswijk) tot poeder maken of worden [miezelen, verpulveren] [N 91 (1982)] III-4-4
verschieten verschieten: verschieten (Meeswijk) anders worden van kleur door het (zon)licht, gezegd van bijv. kledingstukken [verschieten, afgaan] [N 91 (1982)] III-4-4
verse koe versgekalfde koe: vēǝs˲xǝkau̯v˱dǝ kō (Meeswijk) Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60] I-11