e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L424p plaats=Meeswijk

Overzicht

Gevonden: 3038
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
droogstaan droogstaan: (de koe) stø̜u̯ drȳǝx (Meeswijk), dryǝxstōǝn (Meeswijk) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11
drop pegel: pēl (Meeswijk), pek: pēək (Meeswijk), pekemannetje: pēəkəmenkə (Meeswijk) drop || postuurtje van drop || stokvormig stuk suiker als snoepgoed, suikerstok III-2-3
druk heen en weer lopen ijverig lopen: ieferig loupe (Meeswijk) lopen: bedrijvig heen en weer lopen [rettereere, rondriddere] [N 10 (1961)] III-1-2
drukknoop knipper: knepər (Meeswijk) drukknoop: bolvormig mat knoopje dat in een komvormig kleine holte gedrukt wordt tot sluiting van kledingstukken III-1-3
drukte maken razen: raozə (Meeswijk) drukte maken III-1-4
drukte, gedoe ambras: aambraas (Meeswijk) drukte, overdreven drukte, omslag III-1-4
druktemaker ambrasmaker: aambraasmaker (Meeswijk) ambrasmaker III-1-4
druppel druppel: druppel (Meeswijk), drəppəl (Meeswijk, ... ), drəpəl (Meeswijk, ... ) druppel (water) [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] || een afgescheiden, min of meer bolvormig vochtdeeltje [drup, druppel, droppel, drop] [N 91 (1982)] III-4-4
druppen, druppelen druppen: drəppen (Meeswijk, ... ), lekken: Vb. kijk die paraplu eens leken in de paraplubak.  lēəkə (Meeswijk) bij droppels neervallen, afdroppelen || druppen (door het dak druipen, regenen) [ZND 23 (1937)] || druppen (door het dak regenen) [ZND 01 (1922)] III-4-4
duidelijk duidelijk: dŭŭtələk (Meeswijk) duidelijk, klaar, begrijpelijk III-1-4